3.
Het bedrag dat ongehuwde personen dienen te betalen bedraagt 16,60 per vier weken,
vermeerderd met het bedrag per vier weken van 15% van het inkomen dat boven het
norminkomen ligt.
4.
Het bedrag dat gehuwde personen dienen te betalen bedraagt 23,80 per vier weken,
vermeerderd met het bedrag per vier weken van 15% van het inkomen dat boven het
norminkomen ligt.
5.
De eigen bijdrage of eigen aandeel overstijgt niet de kostprijs van de voorziening.
Artikel 6. fmaximaal negenendertigl perioden van vier weken.
Indien een voorziening bestaat uit een roerende zaak die in eigendom wordt verstrekt of uit
een bouwkundige of woontechnische aanpassing van een woning die eigendom is van de
aanvrager, wordt gedurende een periode van maximaal 39 maal vier weken een eigen bijdrage
in rekening gebracht dan wel bij de vaststelling van de hoogte van een financiele
tegemoetkoming gedurende die periode een met toepassing van het in artikel 5, lid 3. of 4.
vastgesteld bedrag in mindering gebracht.
Artikel 7. Besparingsbijdrage.
Kosten die in aanpassing en aanschaf als algemeen gebruikelijk worden beschouwd worden
op de verstrekking of de financiele tegemoetkoming in mindering gebracht.
Hoofdstuk 4. Hulp bij het huishouden.
Artikel 8. Vaststelling bedrag persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden.
De vaststelling van een persoonsgebonden budget vindt ten aanzien van hulp in de
huishouding als volgt plaats:
De hoogte van het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden is 75% van de door
het dagelijks bestuur gehanteerde tarieven voor verstrekking van hulp bij het huishouden:
Klasse 1: perjaar;
Klasse2: perjaar;
Klasse 3 perjaar;
Klasse 4 perjaar;
Klasse 5 perjaar;
Klasse 6 perjaar,
terwijl bij additionele uren die boven klasse 6 op basis van de hardheidsclausule worden
toegekend wordt het uurtarief toegekend welke gekoppeld is aan het type huishoudelijke
verzorging (HV 1, 2 of 3).
5
