Ad 1. Netto huurstijging. Onder 1. wordt aangegeven wat de Dienst in het kader van dit besluit verstaat onder stijging van huurlasten. Te alien tijde geldt dat de stijging van de huurlasten, ook al is deze niet relevant voor de draagkrachtvaststelling, in een redelijke verhouding tot de kosten van de investering moet staan. Door de toevoeging van de zinsnede "overeenkomstig artikel 10. van de Huurprijzenwet woonruimte" wordt aangegeven dat de Dienst dit als uitgangspunt hanteert bij het bepalen van de stijging van de huurlasten. In dit artikel wordt gesteld dat de stijging van de huur in redelijke verhouding dient te staan tot de door de verhuurder bestede kosten van de ingreep. Ten einde te berekenen hoe hoog de stijging van huurlasten zal zijn als gevolg van het niet subsidieren van een deel van de kosten van de woningaanpassing, kan de Dienst aldus uitgaan van de gebruikelijke afschrijvingstermijnen. Indien de Dienst de gebruikelijke afschrijvingstermijnen in deze berekeningen hanteert, kan op grond daarvan aangegeven worden wat de gevolgen van het niet subsidieren van een deel van de kosten van de woonvoorziening voor de stijging van de huurlasten zal zijn en of deze stijging zich in redelijke mate verhoudt tot de investering die door de verhuurder moet worden gedaan. Het is dus zeker niet zo dat, indien de Dienst deze afschrijvingstermijnen bij deze berekeningen hanteert, de Dienst daarmee voorschrijft op welke wijze de huurder en verhuurder invulling dienen te geven aan de wijze waarop het niet door subsidie gedekte deel wordt gefinancierd. Dat is immers een zaak van verhuurder en huurder. Het definieren van het begrip netto huurstijging voorkomt dat de Dienst afhankelijk wordt van de afspraken tussen huurder en verhuurder. Op dit moment bestaat er al een convenant mede hieromtrent tussen Dienst en de Woningstichting Noordwest Friesland, Optimaal en woning beheer Harlingen. Ad m. Stijging woonlasten eigenaar-bewoner. In dit onderdeel wordt gesproken over de meest voordelige financiering. Hiermee wordt de client aangestuurd om een fmancieringsregeling af te sluiten die zo min mogelijk netto lasten met zich meebrengt. De Dienst geeft met deze definiering aan dat er uitgegaan wordt van de meest voordelige vorm van financiering. De client is uiteraard vrij om de niet door subsidie gedekte kosten op een andere manier te financieren. Deze andere, mogelijk duurdere, financiering zal er dan niet toe leiden dat de Dienst een hogere financiele tegemoetkoming verstrekt. Pagina van 20 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2006 | | pagina 27