Artikel 2, lid 4, De hoogte van het budget is gekoppeld aan de tegenwaarde van de goedkoopste adequate voorziening. Er wordt een lijst met richtbedragen per voorziening gehanteerd. Deze zijn opgenomen in het verstrekkingenboek. Eveneens staan in het verstrekkingenboek de aanvullende bedragen vermeld voor de instandhouding van de voorziening. Artikel 2, lid 5. In geval een budgethouder met een persoonsgebonden budget voor huishoudelijke hulp permanent in een AWBZ-instelling wordt opgenomen of overlijdt, moeten de wettelijke termijnen die gelden voor het beeindigen van een dienstverband in acht worden genomen. Het persoonsgebonden budget wordt dan niet onmiddellijk beeindigd maar loopt door tot aan die verplichtingen is voldaan. Ingeval van misbruik verspeelt de client de keuze voor een persoonsgebonden budget. Het verkeerd uitgegeven bedrag wordt dan teruggevorderd. Artikel 2, lid 6. Afhankelijk van de toegekende voorziening en daarmee samenhangend de hoogte van het budget en de duur van de voorziening, wordt het budget ineens of in termijnen uitgekeerd. Hoe hoger het budget hoe korter de voorschotperiode, om te voorkomen dat er plotseling over grote bedragen wordt beschikt. Voor langdurige hulp bij het huishouden geldt dat het persoonsgebonden budget maandelijks wordt uitgekeerd. Voor de aanschaf van hulpmiddelen geldt dat deze budgetten ineens worden uitgekeerd. Artikel 2, lid 7. Een deel van het budget voor huishoudelijke hulp is vrij besteedbaar om te kunnen voorzien in kosten die moeilijk te specificeren zijn (telefoonkosten, administratiekosten, kosten voor het inwinnen van deskundig advies). Artikel 3. Verantwoording en controle. De budgethouders voor huishoudelijke hulp dienen periodiek een verantwoordingsformulier in te sturen. Budgethouders voor hulpmiddelen dienen een eenmalige verantwoording af te leggen over de aanschaf van het hulpmiddel. Er vindt door de Dienst steekproefsgewijze controle plaats, waarbij de budgethouder achteraf verantwoording moet afleggen over de besteding van het budget. Dit gebeurt door het opvragen van de gegevens bij de budgethouder. De budgethouder dient daarom een zorgvuldige administratie bij te houden over de bestedingen vanuit het persoonsgebonden budget. Bij langdurige verstrekkingen, zoals huishoudelijke verzorging, zal die administratie gebaseerd moeten zijn op schriftelijke overeenkomsten. De gewerkte uren en dagen, uurtarief, naam adres en BSN-nummer of sofi-nummer. NB: Door de VNG wordt nog onderzocht of de accountant hier eisen aan stelt als het gaat om steekproefsgewijze controle. Dit artikel zal naar aanleiding van die uitkomsten nog aangepast kunnen worden. Artikel 4. Regels bij een persoonsgebonden budget. Budgethouders dienen zich bewust te zijn van de eigen verantwoordelijkheid die hij of zij neemt bij de verstrekking van een persoonsgebonden budget. De compensatieplicht die het 5 Pagina van 20

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2006 | | pagina 29