Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslan
Notitie naar aanleidiag van de wijziging in financiering van samenwerkingsverbanden
Inleiding:
Per 23 maart heeft de staatsseeretaris van het Ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid per brief zijn besluit omtrent de herziening van de wijze van financiering
van samenwerkingsverbanden richting gemeenten en samenwerkingsverbanden kenbaar
gemaakt. Het voorstel tot wetswijziging is 4 oktober 2006 door de Tweede Kamer (TK)
behandeld. Dinsdag 10 oktober zal de TK overgaan tot stemming. Op basis van het gevoerde
debat is op moment van schrijven (6-10-06) de inschatting dat 10 oktober wordt ingestemd
met het voorstel.
In het voortraject hebben de 8 raden van Noardwest Fryslan een motie richting TK ingediend
waarin verwoord werd dat zij tegen het wetsvoorstel zijn. Naast de motie (de politieke lijn) is
ook een via ambtelijk weg geuit dat het wetsvoorstel een hoop nadelige gevolgen heeft. Dit is
via een brief gegaan die door Divosa namens alle samenwerkingsverbanden richting TK is
verstuurd voordat behandeling in de TK plaatsvond. Bij deze brief is een notitie van de Dienst
bijgevoegd.
Onderstaand vindt u een weergave van deze notitie. De notitie is behandeld in de vergadering
van het Dagelijks Bestuur op 4 oktober.
In de notitie kunt u standpunten over en gevolgen van het wetsvoorstel teruglezen.
Het wetsvoorstel:
Het besluit zal per 1 januari 2007 ingaan en houdt het volgende in:
- samenwerkingsverbanden kunnen voortaan niet meer als een entiteit worden
aangemerkt;
- dientengevolge zullen zij niet meer rechtstreeks een budget overgemaakt krijgen voor
de uitvoering van de bij stand;
- iedere gemeente krijgt voortaan een eigen budget;
de verantwoording van de besteding van het budget moet per gemeente zijn
uitgesplitst en voorzien van een oordeel van de gemeenteraden.
De staatsseeretaris heeft de volgende overwegingen om tot zijn besluit te komen:
De huidige wijze van financiering een budget voor een samenwerkingsverband in
WGR vorm - versterkt de afstand tussen de individuele gemeenten en het
samenwerkingsverband.
Een eigen budget per gemeente garandeert beter dat het College van B&W, de
verantwoordelijke wethouder en de gemeenteraad meer betrokken zijn bij de
uitvoering van de WWB en daarop meer invloed en controle uitoefenen.
Er bestaat in de huidige financiering van samenwerkingsverbanden onzekerheid over
de omvang van het budget doordat gemeenten meestal te maken krijgen met een
overgang van een historisch bepaald budget naar het objectief verdeelmodel. Door
gemeenten hun eigen budget te geven vervalt deze onzekerheid.
Als laatste bijkomend voordeel wordt de verdelende werking van het verdeelmodel
verbeterd door de nieuwe vorm van financiering.
De staatsseeretaris constateert tenslotte dat er weliswaar sprake is van een lichte toename van
de administratieve lasten, maar dat deze in het niet vallen bij het belang dat de
verantwoordelijke wethouder en de lokale politiek hun rol kunnen waarmaken.
1
Aut: RD
d.d.: 1-11-2006