- maakt het proces minder omkeerbaar dan thans het geval is.
- deze rechtsvorm is redelijk flexibel, vormvrij en de colleges van burgemeester en
wethouders zijn, met inachtneming van art. 160, lid 2 van de Gemeentewet
gerechtigd een dergelijk convenant af te sluiten, al is uiteraard de visie van de raden
in deze wezenlijk.
- een convenant heefit een strategische (r) waarde dan een beginselverklaring richting
derden.
- de vier colleges c.q. de 4 gemeenteraden blijven tijdens de werking van een
convenant in beeld functie.
Gemeenschappelijke regeling.
Altematief voor een convenant zou kunnen zijn een gemeenschappelijke regeling, al is
dat voor de huidige samenwerking niet absoluut noodzakelijk.
Bij een gemeenschappelijke regeling komt er een bestuur (D.B. en A.B.), hetwelk zou
kunnen bestaan uit de colleges en de raden, maar meestal bestaat uit afgevaardigden
uit colleges (D.B.) en raden (A.B.), hetwelk het bekende probleem van z.g. verlengd
lokaal bestuur (bestuur op afstand) meebrengt, de democratische legitimatie.
Zeer recent (Min. van BIZA - circulaire d.d. 8-12-2005) heeft het Ministerie. van
Binnenlandse Zaken hieromtrent een circulaire doen uitgaan, met name over de
gebrekkige controle door de raden.
Een voorbeeld van een gemeenschappelijke regeling is de dienst SOZAWe te
Franeker.
Nog verder gaat de gemeenschappelijke regeling, waarbij een Openbaar Lichaam
wordt ingesteld (NOFA b.v.). Het is de zwaarste vorm en bezit rechtspersoonlijkheid.
(art. 8, lid 1 Wgr). Men kan dan zelfstandig deelnemen aan het rechtsverkeer, dus
overeenkomsten sluiten en personeel in dienst nemen. Een openbaar lichaam neemt
dus taken van de deelnemende gemeenten over. Voorbeelden hiervan zijn de regionale
milieudienst en de bekende hulpverleningsdiensten.
Nadelen van gemeenschappelijke regelingen zijn, los van de democratische
legitimatie, het feit, dat het een ingewikkelde constructie betreft met veel
vormvoorschriften. De vereiste goedkeuring door de Provincie is m.i.v. 1 januari 2006
geschrapt.
Dit is dan ook de reden, dat tegenwoordig vaak voor een convenant wordt gekozen,
Haar dan maatwerk geleverd kan worden in een flexibele regeling zonder
vormvoorschriften. In dat opzicht is de stap naar een gemeenschappelijke regeling
gemakkelijker geworden.
De voorkeur gaat dus vaak uit naar convenanten als het gaat om (tijdelijke)
projectmatige probleemgerichte vormen van samenwerking, waarbij de praktische
aanpak voorop staat, terwijl samenwerkingsregelingen (structuren) vaak te veel gericht
zijn op structuur en vormvoorschriften.
Gaat de samenwerking in de (nabije) toekomst van netwerkmodel naar
centrumgemeentenmodel, matrixmodel of shared services centrum, dan ligt het
aangaan van een gemeenschappelijke regeling, wel in de rede.