De Awb is van toepassing op zowel het voorstel van B&W als het raadsbesluit. Dit betekent dat krachtens hoofdstuk 3 van de Awb aan deze besluiten zware eisen gesteld worden, voor wat betreft de zorgvuldige voorbereiding. Voorts gelden de bepalingen met betrekking tot bezwaar en beroep integraal voor deze besluiten. Het bestreden besluit is bekend gemaakt op 7 augustus 2006; derhalve kon tot en met 18 September 2006 een bezwaarschrift worden ingediend. Het bezwaarschrift is ontvangen op 22 augustus 2006 en is derhalve tijdig ingediend. Omdat het bezwaarschrift tijdig is ingediend, klager als belanghebbende kan worden beschouwd en ook overigens aan alle wettelijke vereisten is voldaan, is het bezwaar ontvankelijk. Beoordeling van het bezwaar In het bezwaarschrift en tijdens het verhandelde ter hoorzitting heeft reclamant een aantal gronden aangegeven, die hiema per grond door de commissie behandeld worden. Inhreiik op eigendomsrecht Deze constatering klopt, er wordt inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht. Dat is dan ook het doel van het instrumentarium dat in de Wet Voorkeursrecht Gemeenten besloten ligt. De commissie adviseert deze grond ongegrond te verklaren. De commissie geeft de raad in overweging om de heer Dijkman te wijzen op het feit dat de heer Dijkman het perceel wel kan vervreemden indien er een sprake is van een overeenkomst tussen bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of in de zijlijn tot de tweede graad of met een pleegkind, nu dit tijdens de hoorzitting uitdrukkelijk naar voren is gekomen. Raad had vooroverleg moeten houden met belanghebbenden De heer Dijkman heeft een bezwaar ingediend tegen het collegebesluit. Volgens artikel 9a van de Wet voorkeursrecht gemeenten wordt het bezwaar geacht gericht te zijn tegen het raadsbesluit indien bezwaar aanhangig is tegen een voorstel van burgemeester en wethouders als bedoeld in artikel 8a, en ingevolge artikel 8a, derde lid, onder b, het daaraan verbonden rechtsgevolg vervalt omdat een besluit van de gemeenteraad als bedoeld in artikel 8 in working is getreden. Dat is hier het geval. De gemeente was dus niet verplicht om de heer Dijkman te horen inzake het bezwaarschrift tegen het collegebesluit. De besluiten van B&W en de raad zijn beschikkingen, waardoor het noodzakelijk is om, alvorens het besluit genomen wordt, belanghebbenden in de gelegenheid te stellen hun zienswijzen naar voren te brengen in het kader van een zorgvuldige voorbereiding. Deze hoorplicht geldt op grond van artikel 4:8 Awb namelijk voor beschikkingen die de belanghebbenden niet hebben aangevraagd en waartegen zij naar verwachting bedenkingen zullen hebben. De vestiging van een voorkeursrecht is te beschouwen als een zodanige beschikking, die bovendien steunt op gegevens over feiten en belangen die de belanghebbenden betreffen en die niet door hen zelf terzake zijn verstrekt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2007 | | pagina 44