Hoewel in beginsel de zienswijzeregeling van artikel 4:8 Algemene wet bestuursrecht (Awb)
van toepassing is voor een voorkeursrechtaanwijzing, is het duidelijk dat het toepassen van
die regeling een desastreus effect zal hebben op de effectiviteit van een nadien te vestigen
voorkeursrecht. Voor een voorkeursrechtaanwijzing is van belang dat het met spoed kan
worden gevestigd, zonder dat belanghebbenden hiervan vooraf op de hoogte zijn gesteld. In
artikel 4:11, onder a en c Awb, is bepaald dat in dergelijke gevallen toepassing van de
zienswijzeregeling achterwege kan worden gelaten.
Een van deze uitzonderingsgevallen is de vestiging van voorkeursrecht in eerste aanleg. Maar
indien er sprake is van een bestendiging van een eerder door burgemeester en wethouders
gevestigd voorkeursrecht (bijvoorbeeld de bestendiging van een besluit van B&W door de
gemeenteraad) geldt dat niet. In dergelijke gevallen is er niet langer sprake van een
spoedeisend karakter. Voorts kan niet worden gesteld dat het beoogde doel alleen kan worden
bereikt indien de belanghebbenden van het voomemen niet vooraf op de hoogte is gesteld, nu
er immers sprake is van een gevestigd voorkeursrecht.
Voordat de raad het besluit nam diende zij in het kader van de zorgvuldige voorbereiding
belanghebbenden in de gelegenheid te stellen hun zienswijzen naar voren te brengen.
Gezien bovenstaande komt de commissie tot de conclusie dat het raadsbesluit niet zorgvuldig
tot stand gekomen is, nu belanghebbenden niet in de gelegenheid zijn gesteld om hun
zienswijzen kenbaar te maken in de periode tussen het collegebesluit en het raadsbesluit. De
commissie adviseert het op dit onderdeel gegrond te verklaren wegens schending van een
vormvoorschrift. De commissie adviseert de raad om reclamant alsnog in de gelegenheid te
stellen zijn zienswijze kenbaar te maken alvorens in heroverweging wordt besloten.
Voorzover de raad daarbij tot de conclusie komt dat het belang dat de raad voor ogen heeft bij
de toepassing van de WVG zwaarder weegt dan de zienswijzen van reclamant, wordt, ten
overvloede, aangeraden in het besluit op alle aangedragen punten gemotiveerd in te gaan.