2. Gemeenschappelijk orgaan. Dit orgaan bezit geen rechtspersoonlijkheid en kan dus ook geen
eigen personeel in dienst hebben. Een verschil met de le variant is dat aan een orgaan geen
regelgevende bevoegdheden kunnen worden gedelegeerd, hooguit beschikkingsbevoegdheid.
Het gemeenschappelijke orgaan wordt veelal ingezet als intergemeentelijk overleg- of
adviesorgaan voor een enkelvoudig belang op bijvoorbeeld het terrein van volkshuisvesting.
3. Centrumgemeente. Op basis van deze variant kunnen gemeenten overeenkomen dat
bevoegdheden van een bestuursorgaan van de ene partij krachtens de regeling worden
uitgeoefend door een bestuursorgaan van een andere partij. Er is sprake van mandaat van
bevoegdheden door het ene aan het andere gemeentebestuur. Deze constructie wordt nogal
eens gebruikt voor het vormgeven van taken van ambtelijke aard zoals huisvuilophaal.
Het instellen van een openbaar lichaam (met overdracht van bevoegdheden) of het aangaan van
een centrumgemeente- constructie (eveneens met het overdragen van bevoegdheden) doet emstig
afbreuk aan het le Uitgangspunt dat 'de gemeentelijke autonomie en bestuurlijke bevoegd- en
verantwoordelijkheden niet ter discussie staan'. Vandaar dat nadrukkelijk voorkeur wordt
gegeven aan een oplossing van de bundeling beroepsondersteunend personeel binnen de variant
gemeenschappelijk orgaan.
Ook het instellen van een intergemeentelijk overleg- en afstemmingsorgaan voor brandweerzorg
en rampenbestrijding (Uitgangspunt nr. 14) kan uitstekend vorm worden gegeven via de variant
gemeenschappelijk orgaan. Aan een gemeenschappelijk orgaan kunnen hooguit
beschikkingsbevoegdheden worden gedelegeerd, maar in geen geval regelgevende
bevoegdheden.
Door het ontbreken van rechtspersoonlijkheid kan het gemeenschappelijk orgaan echter geen
personeel in dienst hebben (Uitgangspunten nr. 9 en 10). Het bundelen van het
beroepsondersteunende personeel, inclusief de bijbehorende bedrijfsvoering, maakt de keuze
voor een andere variant noodzakelijk of een andere oplossing voor de bundeling binnen de
variant gemeenschappelijk orgaan nodig.
Voor de bundeling van het beroepsondersteunende personeel is feitelijk slechts nodig een
rechtspersoonlijkheidbezittende organisatie en overeenstemming over de voorwaarden van
onderbrenging van het personeel. In het kader van de beoogde samenwerking ligt voor de hand
een van de deelnemende gemeenten te vragen het gezamenlijke personeel in dienst te nemen (vgl.
het huidige preventiebureau). Echter, in samenhang met het Uitgangspunt 'rekening te houden
met de ingezette lijn van regionalisering in het kader van de ontwikkeling naar de
veiligheidsregio' (Nr. 8), wordt geconcludeerd dat deze variant minder geschikt is voor de
vormgeving van de samenwerking in Noordwest.
C. Onderbrengen beroepsondersteunend personeel bij Regionale Brandweer
Anticiperend op de huidige ontwikkelingen, alsook de uigesproken voorkeur van de
burgemeesters in Noordwest, wordt thans voorgesteld te kiezen voor bundeling van het
beroepsondersteunende personeel bij Brandweer Fryslan. Deze keuze wordt mede ingegeven
door de verwachting dat de voorgestane kwaliteitsverbetering bij de gemeentelijke brandweren in
Noordwest Fryslan nadrukkelijk baat zal hebben bij de inbedding van het personeel binnen
19