een vervolg krijgen. Hierin behoeven geen wijzigingen te worden aangebracht. Dit product
geeft invulling aan prestatieveld 1 van de WMO.
De vraag is dan echter wel, hoe hoog de gemeentelijke bijdrage hierbij moet zijn?
Vanuit het verleden is het, op basis van voomoemd overzicht, reeel hier toch eens kritisch
naar te kijken. Gemeentelijke nnddelen zijn niet per definitie bedoeld voor het creeren van
reserves, en vooral niet als het dan ook nog eens structured blijkt te zijn. In de onderhavige
situatie lijkt dit laatste echter wel het geval. Bij dit laatste moet dan echter wel direct de
opmerking worden geplaatst dat de positieve saldi in met name de eerste twee jaar zijn
gebruikt (en ook dringend nodig waren) om de Stichting weer enigszins (financieel) vlees op
de botten te geven. De reserves van de Stichting waren op dat moment tot een minimum
gedaald. De laatste jaren lijkt het positieve resultaat bij dit product (dit in tegenstelling tot de
andere producten, waarbij het jaarlijkse financiele resultaat een (reeel) wisselend positief en
negatief beeld laat zien) echter een structurele invulling in de vorm van een aanvullend
subsidie te krijgen. Dit laatste is niet de bedoeling. Er zullen dan ook nadere afspraken over
een maximalisering van een uit dit budget voortvloeiende (jaarlijkse) efficiencywinst moeten
worden gemaakt. Wij denken in dit kader aan een jaarlijks maximum van 10% van het voor
dit product beschikbare budget.
Daamaast spelen bij dit product de recente ontwikkelingen rondom de marktconforme
huurprijs voor "De Skalm". Tot 1 januari 2007 betaalde de Stichting voor "De Skalm" een
jaarlijkse huurprijs van 5.318,—. Vanaf 1 januari 2007 is deze huurprijs op een
(marktconform) bedrag van 70.000,- vastgesteld. Dit betekent voor de Stichting een
huurverhoging van 65.000,—. Hierin is de Stichting (vooralsnog) tot een bedrag van
50.000,— gecompenseerd. Een bedrag van 7.500,— kan door de Stichting binnen haar
eigen exploitatie worden gevonden en voor het dan nog resterende bedrag ad. 7.500,— is een
constructie via het onderhoud van "De Skalm" gehanteerd. Dit laatste is echter een eenmalige
oplossing voor 2007. Vanaf 1 januari 2008 zal er voor de Stichting duidelijkheid over de
(marktconforme) huurprijs voor "De Skalm", evenals de daaraan gekoppelde gemeentelijke
compensatie moeten komen. Er zullen hierover dan concrete afspraken moeten komen.
Uitgangspunt bij het vorenstaande dient naar onze mening in eerste instantie de omvang van
de compensabele huur te zijn. De gemeentelijke compensatie richt zich alleen op de
subsidiabele producten van de Stichting. Voor niet subsidiabele producten (zoals de
kinderopvang, cursuswerk, commerciele activiteiten, e.d.) zal de huurprijs in de kostprijs van
deze producten moeten worden doorberekend. Daamaast werkt de Stichting ook nog voor een
aantal andere gemeenten (Littenseradeel, Het Bildt en Menaldumadeel). Het is dan ook
alleszins redelijk dat ook aan deze gemeenten een deel van de huur van "De Skalmwordt
doorberekend.
Het is vervolgens moeilijk aan te geven welk deel van de huur, op basis van het vorenstaande,
exact als compensabele huur is aan te merken. Elke berekening hiervoor is in principe
arbitrair, maar er moet wel een structurele oplossing voor komen. Alles overwegend lijkt het
ons dan ook het meest reeel om hierbij tot een compromis te komen en hiervoor lijkt een
procentuele verdeling het meest reeel. Hiermee kan een vaste jaarlijkse berekenings-
systematiek worden gerealiseerd. Wij denken hierbij, in afwachting van een definitieve
herijking/vaststelling van de huurprijs van "De Skalm" dan vooreerst aan een verhouding
"80% (compensabel)20% (niet-compensabel)", waarbij de totale jaarlijkse huursom van
"De Skalm" het uitgangspunt is. Deze keuze lijkt het meest bij huidige situatie aan te sluiten.
Praktisch betekent dit dat de Stichting vanaf 1 januari 2008 jaarlijks 80% van de totale
huurprijs van "De Skalm" als subsidiabel bedrag bij dit product mag opvoeren. De overige
20% van de huur moet de Stichting aan derden doorberekenen.