leiden tot aanpassing van de door de Stichting te leveren prestaties, taken en
inspanningsverplichtingen en de hoogte van de subsidie.
2.10 De Stichting dient ieder jaar voor 15 mei een jaarverslag en een jaarrekening, inclusief
accountantsverklaring, bij de gemeente in met betrekking tot de inhoudelijke en finandele
resultaten van het voorgaande jaar.
2.11 Voor 1 augustus van enig jaar stelt de gemeente de definitieve budgetsubsidie over het
voorgaande jaar vast.
3. Prestaties
3.1 In de bij deze overeenkomst behorende bijlagen wordt per productgroep op hoofdlijnen
vastgelegd welke prestaties, taken en inspanningsverplichtingen de stichting zal venichten
voor de beschikbaar te stellen budgetsubsidie.
3.2 In een jaarlijks op te stellen 'Werkplan' geeft de Stichting concreet invulling aan de in deze
bijlage vastgelegde prestaties, taken en inspanningsverplichtingen. Het 'Werkplan' met
bijbehorende begroting voor het navolgende jaar worden voor 1 augustus bij de gemeente
ingediend.
3.3 Het 'Werkplan' wordt getoetst aan de overeenkomst. Met de goedkeuring van het 'Werk
plan' door de gemeente wordt vastgelegd welke taken, prestaties en inspanningsverplich
tingen de Stichting zal venichten voor de ter beschikking te stellen budgetsubsidie. De
jaarlijkse budgetsubsidie wordt uitbetaald op basis van het door het college goedgekeurde
'Werkplan'.
3.4 Als gedurende de looptijd van deze overeenkomst de gemeente een wijziging in de
gevraagde prestaties van de Stichting wil aanbrengen, zal na overeenstemming hierover
met de Stichting, de gemeente de budgetsubsidie zo nodig aanpassen.
4. Reserves en voorzieningen
4.1 Reserves worden onderscheiden naar:
a. bestemmingsreserves;
b. algemene reserves.
4.2 Bestemmingsreserves dienen een nauw omschreven doel te hebben.
4.3 De algemene reserve is dat deel van de reserve waarvoor geen toestemming verleend
hoeft te worden door het college van burgemeester en wethouders.
4.4 De algemene reserve zal niet meer bedragen dan 10 van de jaarlijks budgetsubsidie.
4.5 Voorzieningen kunnen worden gevormd voor:
a. verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is doch
redelijkerwijs is in te schatten;
27