Hoofdstuk 3 Tlnelstellingen van de gemeente
In het Visie-/Beleidsdocument WMO "Door Maatwerk betere zorg" wordt gesteld dat
mantelzorg en vrijwilligerswerk belangrijke peilers onder de WMO zijn.
De waarde van de investering van mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg/hulp/onder-
steuning voor hun naaste of de aan hen toevertrouwde zorgbehoevende is vrijwel niet te
verzilveren of te vervangen door professionele hulp. Ze leveren tijd, kwaliteit en aandacht die
professionele zorgverleners vaak niet of niet in die mate kunnen leveren.
Het verhaal van mantelzorgers en vrijwilligers is echter niet alleen maar positief. Vaak zijn zij
niet opgeleid voor hun taak, hebben moeite met het combineren met andere verplichtingen en
staan er vaak alleen voor en lopen daardoor het risico overbelast te raken.
Omdat mantelzorg en vrijwilligerswerk, rekening houdend met (eventuele) specifieke
gemeentelijke situaties, bij uitstek lokale aangelegenheden zijn heeft de gemeente hierin een
belangrijke (regie)rol. Vanuit dit gegeven kunnen dan de volgende gemeentelijke
doelstellingen worden geformuleerd.
1Het voorkomen van overbelasting bij mantelzorgers.
Uit onderzoek blijkt dat veel mantelzorgers door overbelasting in de problemen komen.
Het zou, zoals al eerder is aangegeven, om 20% van het totale aantal mantelzorgers
gaan. In onze gemeentelijke situatie een aantal van ruim 200 mantelzorgers.
2. Het bevorderen van de bewustwording van mantelzorgers.
Het blijkt dat veel mantelzorgers zich niet of onvoldoende van hun, vaak kwetsbare,
positie bewust zijn. In het gehele zorgcircuit vormen zij een niet meer weg te denken
schakel. Zij nemen binnen de zorg een belangrijke plaats in. Zij nemen de professionele
zorg veel werk uit handen. Hiervoor moet erkenmng en waardering komen.
3. Het langer zelfstandig kunnen laten functioneren als burger.
Veel ouderen willen zo lang mogelijk zelfstandig in hun eigen woonomgeving blijven
functioneren. Men is hieraan gehecht. De vraag naar opname in verzorgings- en/of
verpleeghuizen neemt hierdoor dan ook af. Dit vraagt om een op deze nieuwe
ontwikkeling afgestemd hulpaanbod, waarbij een belangrijke rol voor de mantelzorg en
het vrijwilligerswerk is weggelegd.
4. Het overeind houden van de sociale cohesie en daarmee de leefbaarheid in de
gemeente.
Op veel plaatsen is het de gewoonste zaak van de wereld dat buren/vrienden/kennissen
elkaar in geval van nood helpen. Dit versterkt de sociale cohesie (leefbaarheid) van een
buurt/wijk/dorp. Deze sociale cohesie is een van de peilers van de WMO en moet waar
mogelijk in stand worden gehouden en zo mogelijk geoptimaliseerd.
5. Het terugdringen van de aanspraak op professionele (zorg)voorzieningen.
Door de steeds krapper wordende financiele middelen binnen de zorg wordt het steeds
moeilijker een dekkend aanbod van professionele hulp aan te bieden. Hierdoor zal er
steeds meer en eerder van mantel- en vrijwillige zorg gebruik moeten worden gemaakt.
6. Het bevorderen van de afstemming tussen partijen.
In de dagelijkse praktijk blijkt dat het zorgaanbod vaak over verschillende organisaties
is verdeeld en dat zorgaanbieders hierdoor regelmatig langs elkaar heen werken.
7. Vraag en aanbod bij elkaar brengen.
In de dagelijkse praktijk blijkt regelmatig dat vraag en aanbod langs elkaar heen lopen.
Het lijkt wenselijk hierin enige coordinatie aan te brengen.
8. Het door middel van het aanbieden van maatschappelijke stages bevorderen van
de deelname van jongeren.
6
