Hoofdstuk 7 Acties
Vanuit de in de hoofdstukken 3 (doelstellingen) en 4 (visie) genoemde zaken kunnen een
aantal concrete acties worden gedestilleerd. Het gaat dan om acties die de basis voor een
verder gemeentelijk mantelzorg/vrijwilligersbeleid kunnen vormen.
Belangrijkste aandachtspunt hierbij is dat het eigen initiatief gestimuleerd (beloond) moet
blijven en dat het contact met het werkveld goed wordt onderhouden. De gemeente moet op
de hoogte zijn van wat er leeft in het 'veld'. Dan kan ook in de gaten worden gehouden of
verwachtingen van resultaten van vrijwilligerswerk niet onhaalbaar worden.
Uitgaande van de huidige 'O-situatie' zou vanuit het vorenstaande dan prioriteit aan de
volgende acties kunnen worden gegeven.
1. Het bevorderen van samenhang c.q. samenwerking tussen (partijen die) voorzieningen
(aanbieden).
Zaken zijn nu vaak teveel verbrokkeld.
2. Het instellen van een Vrijwilligerssteunpunt.
Dit lijkt de basis voor een lokaal vrijwilligersbeleid. Vanuit dit steunpunt kan dan aan een
verdere invulling van een lokaal vrijwilligerswerk worden gewerkt. Op dit moment
ontbreekt het aan een duidelijk beeld over de omvang van het lokale vrijwilligerswerk.
Overwogen zou kunnen worden om b.v. een steunpunt voor 4 uren per week in te richten.
Mogelijk zou dit op termijn ook tot een 'gezamenlijke' (regionale) vrijwilligersvacature-
bank kunnen leiden. Hierbij zou dan b.v. eerst aan specifieke sectoren, zoals de
zorg (als ontlasting voor de mantelzorg), kunnen worden gedacht.
3Het verder verdiepen/verbreden van het thans aanwezige Steunpunt Mantelzorg.
Er ligt via de werkgroep "Mantelzorgondersteuning Leeuwarderadeel" al een basis voor
een steunpunt. Dit zal verder vorm en inhoud moeten krijgen.
Overwogen zou kunnen worden om dit steunpunt hiervoor voor 4 uren per week te
faciliteren.
4. Het onderzoeken van de mogelijkheden om de bij de 2 en 3 genoemde steunpunten, vanuit
praktische overwegingen, aan elkaar te koppelen.
5. Het verder ontwikkelen van beleid voor zowel mantelzorg als vrijwilligerswerk.
Het beleid van de beide voorzieningen staat op dit moment nog in de kinderschoenen.
Voor het realiseren van de voomoemde acties zal nog een nader financieel kader moeten
worden gedefinieerd. Zie hiervoor hoofdstuk 9.
11