2
Samenvatting
Ruimteliike aspecten
Eind december 2006 is door de Provinciale Staten van Fryslan het nieuwe 'Om de kwaliteit fan
de romte' vastgesteld. Hierin staan de provinciale kaders waarbinnen ruimtelijke ontwikkelin-
gen de komende tien jaar kunnen plaatsvinden.
Met betrekking tot de woningbehoefte in Fryslan is het plan Wenjen 2000+ van toepassing,
waarin kwalitatieve en kwantitatieve aspecten zijn opgenomen. Binnen het stedelijke bunde-
lingsgebied Leeuwarden valt de kern Stiens; hier kunnen - naast opvang van de plaatselijke wo
ningbehoefte - woonkwaliteiten ontwikkeld worden aanvullend op het woningaanbod in Leeu
warden. Hiermee wordt ongewenste concurrentie voorkomen en is in het bundelingsgebied een
compleet palet aan woonmilieus beschikbaar.
Door zowel de gemeente Leeuwarden als de gemeente Leeuwarderadeel is een eigen woonplan
opgesteld, waarin doelstellingen c.q. thema's betreffende toekomstige woningbouw is opgeno
men.
Op 19 juni 2007 heeft bestuurlijk overleg plaatsgevonden tussen provincie Fryslan, gemeente
Leeuwarden en gemeente Leeuwarderadeel.
Conclusies:
kijk nader naar de kwaliteit en kwantiteit van het woningbouwprogramma in het plan;
ga in de komende periode in op de uitnodiging van de provincie om in gesprek te gaan over
het bouwvolume tot 2015 en tracht zo concreet mogelijk inzicht te krijgen in het volume in
de periode daarna;
ga met de provincie in gesprek over het recreatieve deel van het plan.
Milieu(hinder)cirkels
In de huidige situatie zijn een aantal objecten die een hindercontour veroorzaken, deze zijn ech-
ter nauwelijks van invloed op de beoogde plannen. Als gevolg van de nieuw geplande jachtha-
ven, manage (fokkerij) en rondweg ontstaat een nieuwe hindercontour, waarmee bij de verdere
uitwerking van het plan rekening moet worden gehouden, zodat deze de verdere ontwikkeling
niet belemmeren.
Met betrekking tot de technische aspecten kan het volgende geconcludeerd worden:
Bodemkwaliteit
In het plangebied zijn een aantal verdachte locaties aanwezig, zoals de huidige sloten, de voor-
heen gedempte sloten, en een baggerspecie depot; het kan zijn dat op een of meer van deze loca
ties sprake blijkt te zijn van een te saneren verontreiniging. De aanwezigheid van verontreinigde
grond zal leiden tot extra kosten in geval van afvoer van deze grond, echter vormen geen be-
lemmering voor de ontwikkeling.
Grontmij
07/1077, revisie 05
Pagina 6 van 27