Onderstaand wordt aangegeven welke consequenties de vermelde werkzaamheden hebben voor wat betreft het aanvragen van vergunningen en de te volgen procedures. 5.1.1 Ruimtelijke ordening Om de beoogde ontwikkeling mogelijk te maken dient (voor een deel) een bestemmingsplan- wijziging te worden opgesteld. De gemeenteraad staat het vrij om te kiezen voor een gedetail- leerd plan of een globaal plan. In een gedetailleerd plan zijn de vastgelegde bestemmingen nauwkeurig omschreven. Een globaal plan kent ruim omschreven bestemmingen en biedt een grote mate van vrijheid en benuttingmogelijkheden. In de bijlage 7 is een overzicht opgenomen van vergunningen en procedures die mogelijk vanuit de Wet op de Ruimtelijke Ordening moeten worden doorlopen. 5.1.2 Natuur, milieu, bodem In zijn algemeenheid kunnen bij projecten knelpunten ontstaan, doordat onvoldoende aandacht wordt besteedt aan het zorgvuldig omgaan met de bodem, milieu, natuur en de Nederlandse wet- en regelgeving daaromtrent. Als vroegtijdig informatie bekend is over verontreinigingen, flora en fauna, archeologische vindplaatsen, geluidsgevoelige bestemmingen en dergelijke kan er adequaat gehandeld worden en kunnen deze in het planproces ingepast worden. Een klein deel van het plangebied heeft een hoge archeologische waarde. Dat houdt in dat voor- dat met grondwerkzaamheden wordt begonnen er een deugdelijk archeologisch onderzoek uit- gevoerd dient te worden op basis waarvan mogelijk vrijstelling kan worden verkregen voor het verrichten van werkzaamheden in het gebied. Binnen het gebied bevinden zich een of meerdere locaties die verdacht zijn voor bodemveront- reiniging. Mogelijk bevindt zich in het gebied een saneringsgeval. In dat geval dient er een sa- neringsplan te worden opgesteld waarop door de provincie moet worden beschikt. Voor het kappen van bomen buiten de bebouwde kom moet bij de afdeling Landelijke Service bij Regelingen (LASER) van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij melding worden gedaan. Door de beoogde ontwikkeling vindt er mogelijk verstoring plaats van flora en fauna, derhalve kan het nodig zijn een ontheffing te moeten aanvragen op basis van de Flora- en faunawet. Dat betekent dat er onderzoek zal moeten plaatsvinden naar de aanwezigheid van beschermde dieren en planten die onder het regime van de Flora- en faunawet vallen. 5.1.3 Wegen en verkeer Wanneer gebods,- dan wel verbodsborden geplaatst worden voor een periode langer dan 4 maanden dient op basis van de Wegenwet en het Besluit Algemene Bepalingen voor het weg- verkeer een vergunning te worden aangevraagd. Voor het aansluiten van bouwwegen, bouwterreinen en woonpercelen, op de bestaande provin- ciale en gemeentelijke wegen voor zowel de tijdelijke als de definitieve situatie moet bij de pro vincie dan wel de gemeente een uitwegvergunning aangevraagd worden. 5.1.4 Bouw Ten behoeve van het realiseren van (recreatie) woningen dient een bouwvergunning op basis van Woningwet te worden aangevraagd. Mogelijk dat er binnen het plangebied panden moeten worden gesloopt. Als bij deze sloopwerk- zaamheden meer dan 10 m3 sloopafval of asbesthoudend sloopafval ontstaat moet een sloopver- gunning worden aangevraagd. Grontmij Juridische aspecten 07/1077, revisie 05 Pagina 25 van 27

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2007 | | pagina 33