Ad 3. Het is zaakzo voortvarend mogelijk verder te gaan met de
bestemmingsplanprocedure.
In artikel 25 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is namelijk geregeld dat de
gemeenteraad, indien zienswijzen naar voren zijn gebracht, binnen vier maanden na
afloop van de ter inzagetermijn voor 1 September 2007) beslist over de vaststelling van
het bestemmingsplan.
In paragraaf 5.3 wordt het welstandsbeleid in de zin van artikel 12a van de
Woningwet geformuleerd.
In deze paragraaf zijn met het oog op het realiseren van een aantrekkelijke invulling in het
dorpslint van Oude Leije richtlijnen voor de welstandstoetsing opgenomen voor de bouw
van vijf vrijstaande woningen. De opgestelde eisen in deze paragraaf vormen een
aanvulling op de welstandsnota Leeuwarderadeel. Deze beeldkwaliteitparagraaf vervangt
daarmee het beleid dat is geformuleerd in de welstandsnota. Het welstandsbeleid in de
welstandsnota was voor dit gebied gericht op het "landelijk gebied" waardoor dit beleid
niet adequaat is voor de nieuwbouwlocatie.
Deze paragraaf vormt een onderdeel van de plantoelichting, maar wordt tevens
afzonderlijk door de gemeenteraad vastgesteld als het beeldkwaliteitplan bij de
nieuwbouwlocatie.
Kanttekeningen:
n.v.t.
Financiele toelichting:
De kosten voor de planvoering komen ten laste van het bedrag dat op de begroting is
opgenomen voor het actualiseren van bestemmingsplannen.
Uitvoering afhandeling:
Door cluster VROM. Conform artikel 26 WRO wordt het vastgestelde bestemmingsplan zo
spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen vier weken na dagtekening van het raadsbesluit
voor een ieder ter inzage gelegd voor de duur van zes weken.
Communicatie:
1. Indieners van de zienswijzen worden middels de uitvoeringsbrief op de hoogte gesteld
van het raadsbesluit;
2. Na de vaststelling van het plan zal deze ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten van
Fryslan worden aangeboden. De vaststelling van het bestemmingsplan zal worden
gepubliceerd en het vastgestelde bestemmingsplan wordt zes weken ter inzage gelegd.
Gedurende deze termijn kan degene, die tijdig een zienswijze bij de gemeenteraad
heeft kenbaar gemaakt, alsmede een belanghebbende aan wie redelijkerwijs niet kan
worden verweten dat hij niet overeenkomstig artikel 23 juncto afdeling 3.4 van de
Algemene wet bestuursrecht zijn zienswijze bij de gemeenteraad naar voren heeft
gebracht, gedurende de in artikel 26 genoemde termijn van terinzagelegging
bedenkingen inbrengen tegen het bestemmingsplan bij Gedeputeerde Staten van
Fryslan (Postbus 20120, 8900 HM Leeuwarden). Gelijke bevoegdheid komt toe aan
een ieder die bedenkingen heeft tegen wijzigingen, die bij de vaststelling van het plan
zijn aangebracht.