Thema 3. Leefbaarheid 3.1 WoonBedrijf is verantwoordelijk voor het aanspreken c.q. handhaven van de leefbaarheid met betrekking tot de huurwoningen. Hierbij valt te denken aan tuinen, raamdecoraties, erfafscheidingen en dergelijke. De gemeente Leeuwarderadeel heeft een eigen verantwoordelijkheid in deze voor de particuliere eigenaren. 3.2 De uitkomst van de gezamenlijk gei'nitieerde Dorpenspiegels leidt tot uitvoeringsprogramma's ten aanzien van de leefbaarheid in de kleine kemen, hierbij valt te denken aan woonservicezones door onder andere het realiseren van multifunctionele centra. 3.3 Partijen inventariseren de kwaliteit van de openbare ruimte en wijzen indien nodig aandachtsgebieden aan. Voor deze aandachtsgebieden worden samen maatregelen worden uitgewerkt met een integraal karakter. De uitvoeringsprogramma's van de dorpenspiegels worden hierbij integraal betrokken. 3.4 WoonBedrijf wijst woningen in beginsel via het eigen aanbodsysteem toe zonder hier voorwaarden aan te stellen. Waar de leefbaarheid van de kleine kemen in het geding is, is WoonBedrijf bereid nadere afspraken te maken met betrekking tot lokale voorrang. Thema 4. Kwaliteit van de woningen 4.1 Aanvullend op het bouwbesluit wordt bij nieuwbouw door WoonBedrijf gelet op energiezuinigheid, inbraakwerendheid en veiligheid voor zowel de woningen als de directe woonomgeving. De gemeente Leeuwarderadeel heeft bij integrale nieuwbouwplannen extra aandacht voor de openbare mimte en groenvoorziening, mede met het oog op het politiekeurmerk Veilig Wonen. Deze zijn bij het opstellen van een plan van aanpak expliciet medeonderwerp. Thema 5. Het betrekken van bewoners bij beheer en beleid 5.1 Wanneer de gemeente Leeuwarderadeel en WoonBedrijf een gezamenlijke verantwoordelijkheid dragen bij herstructurering, renovatie of nieuwbouw, dragen partijen beide verantwoordelijkheid voor de informatievoorziening. De uitwerking wordt hiervan vastgelegd in een communicatieplan. Thema 6. Financien 6.1 Onrendabele investeringen komen primair voor rekening voor de ontwikkelende partij. Indien er sprake is van een buitenproportionele onrendabele top zullen er afspraken gemaakt worden over compensatie of verrekening. De grens tussen regulier en buitenproportioneel onrendabel deel zal per project moeten worden vastgesteld, waar mogelijk in de initiatiefase. 6.2 Daar waar partijen het eens zijn over de doelgroep van beleid en de locatie waarop deze bediend moet worden, wordt een andere grondquote berekend dan bij bouw in de vrije sector.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2007 | | pagina 85