1 INLEIDING
Het Besluit Begroting en Verslaglegging provincies en gemeenten BBV heeft al geleid tot
een betere integratie van het gemeentelijk grondbeleid in de planning en control. De
verplichting om in de programmabegroting een paragraaf op te nemen over het grondbeleid
heeft veel gemeenten aangezet tot het (her)formuleren van het grondbeleid. De eis om in de
begroting het weerstandsvermogen te formuleren heeft geleid tot een helder financieel-
economisch kader.
Binnen de overheid is een tendens te bespeuren waarbij een verschuiving is ontstaan van
toelatingsplanologie naar ontwikkelingsplanologie. Ook in Leeuwarderadeel zijn hiervan
inmiddels voorbeelden aan te wijzen. Op projectniveau worden marktpartijen,
maatschappelij ke organisaties, bewoners en de gemeente uitgedaagd om mee te denken en te
beslissen. Bij de ontwikkeling en de realisatie van deze plannen is de kwaliteit de
belangrijkste drijfVeer.
Waar bouwgrond geproduceerd wordt voor de realisatie van woningen, bedrijven en
voorzieningen wordt de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente mede vorm gegeven en
worden beleidsdoelen op het gebied van wonen, economie( werkgelegenheiden sociaal
gerealiseerd. Het grondbeleid wordt ingezet als instrument om deze beleidsdoelen te
realiseren en is daarmee een middel om beleidsdoelstellingen op andere beleidsvelden
gerealiseerd te krijgen.
De aanleiding voor het opstellen van deze nota is drieledig:
1In het kader van het duale stelsel is de behoefte ontstaan om het grondbeleid op
hoofdlijnen integraal vast te leggen, waardoor helderheid ontstaat aan welke kaders de
uitwerking van het grondbeleid en het handelen van het college door de gemeenteraad
kan worden getoetst;
2. In de loop der tijd zijn er geen beleidsnotities op aspecten van het grondbeleid
vastgesteld, in het ruimtelijk beleid is de onderlinge samenhang hierdoor niet helder.
3. Inmiddels is er een wettelijke verplichting voor gemeenten dat de paragraaf
grondbeleid in de programmabegroting aan een aantal eisen voldoet. Deze paragraaf is
beperkt te houden als de gemeente een vastgestelde nota grondbeleid heeft.
Voor wie is de nota nu van belang?
Dat is voor de gemeenteraad:
Met de nota is richting gegeven aan het grondbeleid, en zijn de hoofdlijnen van het
grondbeleid en de kaders vastgelegd, waarbinnen het college het grondbeleid nader
kan uitwerken en invullen.
Met de vastgestelde hoofdlijnen beschikt de gemeenteraad over een toetsings-
document waaraan het feitelijk handelen van het college op aspecten van het
grondbeleid achteraf kan worden gecontroleerd en getoetst.