is een vijftal werkgroepen in het leven geroepen, die tot doel hadden adviezen te formuleren
over de nadere invulling van de haar toebedeelde onderwerpen. De betreffende werkgroepen
waren:
onderwijs/kwaliteitszorg;
b organisatie en bestuur;
personeel;
financien en huisvesting;
medezeggenschap.
De werkgroepen hebben alien rond mei 2007 advies aan de Stuurgroep uitgebracht. De werk-
groep huisvesting en financien heeft echter meer tijd nodig gehad om tot een advies te komen,
vanwege de complexiteit van de problematiek.
De Stuurgroep heeft na een aantal bijeenkomsten een eindadvies kunnen formuleren. Het re-
sultaat van dit traject wordt u hierbij in de vorm van het eindrapport van de Stuurgroep, met
diverse bijlagen aangeboden. In de eerste bijlage van dit raadsvoorstel wordt een nadere uit-
werking gegeven van de verdeling van de kosten tussen de vier betrokken gemeenten.
In de toelichting treft u een korte samenvatting van het rapport aan met de daarin opgenomen
adviezen. Het College heeft met het eindrapport van de Stuurgroep ingestemd en heeft de
daarin opgenomen adviezen overgenomen.
Toelichting
Door de terugtredende rijksoverheid en de daarbij behorende deregulering op het onderwijs-
terrein wordt een steeds zwaarder beroep gedaan op het eigen beleidsvoerend vermogen van
het schoolbestuur. Er ontstaat dan wel steeds meer vrijheid het beleid naar eigen inzichten in
te vullen, maar die beleidsontwikkeling moet dan wel vanuit de eigen organisatie ter hand
kunnen worden genomen.
De ontwikkelingslijn van decentralisatie van het onderwijsbeleid leidt er bovendien toe dat in
gemeenten de situatie kan ontstaan dat er sprake is van het zogenaamde dubbele pettenpro-
bleem. De gemeente die de regiefunctie ten aanzien van het onderwijsbeleid breed uitvoert en
de gemeente die via de bestuurscommissie voor het openbaar primair onderwijs verantwoor-
delijk is.
In de door de gemeenteraden vastgestelde startnotitie van mei 2006 is aangegeven dat in de
Middelseegemeenten sprake is van complexe situatie. Er zijn vier bestuurscommissies en een
gezamenlijk Onderwijsbureau. Laatst genoemde valt onder de verantwoordelijkheid van de
gemeente Leeuwarderadeel. Dit leidt tot een moeilijke besluitvorming, waardoor niet daad-
krachtig kan worden opgetreden.
Eveneens is van belang dat de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor het gehele lokale
onderwijsbeleid zich uitbreidt en dat de gemeente met een bestuurscommissie wel de eindver-
antwoordelijkheid heeft, maar niet over de directe mogelijkheden beschikt om aan het onder-
wijsinhoudelijke terrein vorm te geven. Deze bestaande verstrengeling van taken kan voor
beide deelterreinen uiteindelijk belemmerend zijn.
In deze ontwikkelingslijn van het rijksoverheidsbeleid past ook de lumpsumbekostiging voor
het primair onderwijs. Vanaf 1 augustus 2006 krijgen de schoolbesturen voor primair onder
wijs de personele component in geld uitbetaald en niet meer in de aloude "ffe's" (formatiere-
keneenheden). Tevens ontstaat daarbij meer vrijheid voor de inzet van de middelen, doordat
de schotten tussen de budgetten voor personeel en materieel verdwijnen. Vooral deze consta-
tering geeft aanleiding tot een (her)orientatie op de bestuursvorm van het openbaar primair
