b. de personen die voorkomen in het register als bedoeld in artikel 438 van het
Wetboek van Strafrecht, alsmede personen bedoeld in artikel 438, derde lid
van het Wetboek van Strafrecht;
c. de personen wier aanwezigheid in de inrichting wegens dringende redenen
noodzakelijk is.
Artikel 2.3.1.2 Exploitatievergunning horecabedrijf
1Het is verboden een horecabedrijf te exploiteren zonder vergunning van de
burgemeester.
2.
a. De burgemeester weigert de vergunning als bedoeld in het eerste lid, indien de
vestiging of de exploitatie van het horecabedrijf in strijd is met een geldend
bestemmingsplan.
b. De burgemeester weigert een vergunning als bedoeld in het eerste lid, indien
uit de hem ter beschikking staande gegevens kan worden afgeleid dat in het
horecabedrijf middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet
zullen worden bereid, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervaardigd
of aanwezig zullen zijn.
3. De burgemeester kan de vergunning als bedoeld in het eerste lid geheel of
gedeeltelijk weigeren, indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de
woon- en leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf en/of de openbare orde op
ontoelaatbare wijze nadelig wordt beinvloed door de aanwezigheid van het
horecabedrijf.
4. Bij de toepassing van de in het derde lid genoemde weigeringsgrond houdt de
burgemeester rekening met het karakter van de straat en de wijk, waarin het
horecabedrijf is gelegen of zal zijn gelegen, de aard van het horecabedrijf en de
spanning, waaraan het woonmilieu ter plaatse reeds blootstaat of bloot zal komen te
staan door de exploitatie van het horecabedrijf.
5In afwijking van het bepaalde in artikel 2.1.5.1 beslist de burgemeester in geval van
een vergunningaanvraag die ook betrekking heeft op een of meer bij het horecabedrijf
behorende terrassen voorzover deze zich op de weg bevinden over de
ingebruikneming van die weg ten behoeve van het terras.
6. Onverminderd het gestelde in het derde en vierde lid kan de burgemeester de in het
vijfde lid bedoelde ingebruikneming van die weg ten behoeve van een of meer bij een
horecabedrijf horende terrassen weigeren:
a. indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg dan wel gevaar
oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig
gebruik daarvan;
b. indien dat gebruik een belemmering kan worden voor het doelmatig beheer en
onderhoud van de weg.
7. Het bepaalde in het vijfde en zesde lid geldt niet, voorzover in het daarin geregelde
onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of het
Provinciaal wegenreglement.
Artikel 2.3.1.3 Opheffing vergunningplicht
1De burgemeester kan bepalen, dat het gestelde in artikel 2.3.1.2 niet geldt voor een of
meer in dat besluit aangeduide soorten horecabedrijven in de gehele gemeente dan
wel in een of meer daarin aangewezen gedeelten van de gemeente.