10 2. De exploitatie van een horecabedrijf, waarop een besluit als bedoeld in het eerste lid van toepassing is, moet zodanig geschieden dat daardoor de woon- en leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf en/of de openbare orde niet op ontoelaatbare wijze nadelig worden bei'nvloed. Artikel 2.3.1.4 Sluitingstijden 1Het is de houder van een horecabedrijf verboden dit voor bezoekers geopend te hebben, daarin bezoekers toe te laten of te hebben, op 31 december na 19.00 uur en op 1 januari van 00.00 uur tot 06.00 uur. 2. Het is de houder van een horecabedrijf verboden dit voor bezoekers geopend te hebben en aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven tussen 01.00 en 06.00 uur. 3. Het bepaalde in het eerste lid en tweede lid geldt niet indien gehandeld wordt met een ontheffing van de burgemeester. Een dergelijke ontheffing kan incidenteel of voor een langere periode worden verleend. Aanvragen om incidentele ontheffing dienen tenminste tien dagen voor de dag waarop zij betrekking hebben te worden ingediend. Aanvragen om ontheffing voor een langere periode dienen tenminste vier weken voor de periode waarop zij betrekking hebben te worden ingediend. Artikel 2.3.1.5 Afwijking sluitingstijden; tijdelijke sluiting 1De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid, of in geval van bijzondere omstandigheden, te zijner beoordeling, voor een of meer horecabedrijven tijdelijk andere dan de krachtens artikel 2.3.1.4 geldende sluitingsuren vaststellen of tijdelijk sluiting bevelen. 2. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 13b Opiumwet. Artikel 2.3.1.6 Aanwezigheid in gesloten horecabedrijf Het is bezoekers van een horecabedrijf verboden gedurende de tijd dat dit bedrijf krachtens artikel 2.3.1.4 of ingevolge een op grond van artikel 2.3.1.5 genomen besluit gesloten dient te zijn, zich daarin of aldaar te bevinden. Artikel 2.3.1.7 Ordeverstoring Het is verboden in een horecabedrijf de orde te verstoren. Artikel 2.3.1.8 Het college als bevoegd bestuursorgaan Indien een horecabedrijf als bedoeld in artikel 2.3.11 geen inrichting is in de zin van artikel 174 Gemeentewet treedt niet de burgemeester maar het college op als bevoegd bestuursorgaan ten behoeve van de artikelen 2.3.1.2 tot en met 2.3.1.5. Voorstel en areumentatie: Wanneer iemand een horecabedrijf wenst te beginnen, dan dient hij/zij naast het voldoen aan de eisen in het bestemmingsplan en het hebben van een vergunning op basis van de Drank- en Horecawet op grond van de boven omkaderde artikelen ook nog een door de burgemeester te verlenen horeca-exploitatievergunning te bezitten. Dat is wat overdreven.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2007 | | pagina 47