10
4. Het in het eerste lid, aanhef en onder b, gestelde verbod geldt niet voorzover in het
daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Provinciaal wegenreglement
Fryslan.
5. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffmg verlenen.
Afdeling 5 Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen
Artikel 2.5.1 Begripsomschrijvingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:
a. Handelaar: de handelaar als bedoeld in artikel 1 van de algemene maatregel van
bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht;
b. Verkoopregister: het aantekening houden van het verkopen of op andere wijze
overdragen van alle gebruikte en ongeregelde goederen door de handelaar.
Artikel 2.5.2 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister
De handelaar is verplicht aantekening te houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen
die hij verkoopt of op andere wijze overdraagt, in een doorlopend en een door of namens de
burgemeester gewaarmerkt register en daarin vermeldt hij onverwijld:
a. het volgnummer van de aantekening met betrekking tot het goed;
b. de datum van verkoop of overdracht van het goed;
c. een omschrijving van het goed, daaronder begrepen - voor zover dat mogelijk is -
soort, merk en nummer van het goed;
d. de verkoopprijs of andere voorwaarden voor overdracht van het goed;
e. de naam en het adres van degene die het goed heeft verkregen.
Artikel 2.5.3 Voorschriften als bedoeld in artikel 437 ter, eerste lid, van het Wetboek van
Strafrecht
De handelaar of een voor hem handelend persoon is verplicht:
a. wanneer hij overeenkomstig het bepaalde in artikel 437 ter, tweede lid, van het
Wetboek van Strafrecht, de burgemeester of de door deze aangewezen ambtenaar er
schriftelijk van in kennis stelt dat hij van het opkopen een beroep of gewoonte maakt,
daarbij tevens schriftelijk opgave te doen van zijn woonadres en van het volledig adres
van elke lokaliteit door hem ten behoeve van zijn ondememing in gebruik genomen;
b. de onder a bedoelde functionaris onder aanbieding van zijn register(s) onverwijld doch
in ieder geval binnen drie dagen, schriftelijk in kennis te stellen van een verandering
van zijn woonadres, zomede van het adres of de adressen van een bij hem ten behoeve
van zijn ondememing in gebruik zijnde lokaliteit;
c. aan de hoofdingang van de lokaliteit waar de ondememing is gevestigd een kenteken
te hebben waarop zijn naam en de aard van de ondememing duidelijk zichtbaar
voorkomen;
d. indien hij in de gelegenheid is enig goed te verkrijgen waarvan redelijkerwijs kan
worden vermoed dat het van misdrijf afkomstig is of voor de rechthebbende verloren
is gegaan, hiervan onverwijld kennis te geven aan de onder a bedoelde functionaris;