2. Gedurende de periode als bedoeld in het eerste lid, kan het bevoegd bestuursorgaan met het oog op de in artikel 3.3.3, tweede lid, juncto artikel 1.8 genoemde belangen de exploitant aanschrijven tot het treffen van in die aanschrijving vermelde voor- zieningen. HOOFDSTUK 4 BESCHERMING VAN HET MILIEU EN HET NATUURSCHOON EN ZORG VOOR HET IJTTERLIJK AANZIEN VAN DE GEMEENTE Afdeling 1 Geluid- en lichthinder Artikel 4.1.1 Begripsomschrijvingen In deze afdeling wordt verstaan onder: a. Besluit: het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer; b. inrichting: een inrichting als bedoeld in het Besluit; c. houder van een inrichting: degene die als eigenaar, bedrijfsleider, beheerder of anderszins een inrichting drijft; d. collectieve festiviteit: festiviteit die niet specifiek aan een of een klein aantal inrichtingen is verbonden; e. incidentele festiviteit: festiviteit of activiteit die gebonden is aan een of een klein aantal inrichtingen. Artikel 4.1.2 Aanwijzing collectieve festiviteiten 1De voorschriften 11111.5, 11.7 en 11.8 van de bijlage onder B van het Besluit gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen. 2. Het voorschrift 1.51 van de bijlage onder B van het Besluit geldt niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen. 3. (Vervallen) 4. Het college maakt de aanwijzing tenminste vier weken voor het begin van een nieuw kalendeijaar bekend. 5. Het college kan wanneer een collectieve festiviteit redelijkerwijs niet te voorzien was, een festiviteit terstond als collectieve festiviteit als bedoeld in het eerste lid aanwijzen. Artikel 4.1.3 Kennisgeving incidentele festiviteiten 1Het is een inrichting toegestaan maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de voorschriften 1.1.1, 1.1.5, 11.7 en 11.8 uit de bijlage onder B van het Besluit niet van toepassing zijn mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld. 2. Het is een inrichting toegestaan maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalendeijaar te houden waarbij het voorschrift 1.5.1 uit de Bijlage onder B van het Besluit niet van toepassing is mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld. 3. Het college stelt een formulier vast voor het doen van een kennisgeving.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2007 | | pagina 66