verkopen om de has te spekken ('sutelaksjes'). Daarom wordt voorgesteld om het
vergunningstelsel te vervangen door algemene regels. Regels bijvoorbeeld t.a.v. dagett (niet
op zondag) en tijdstippen (niet tussen 21.00 en 09.00 uur) waarop gevent mag worden.
In algemene zin geldt een ventverbod als de openbare orde, de openbare veiligheid en
volksgezondheid in gevaar komt.
Voorgesteld wordt het vervallen artikel te vervangen door hetgeen hieronder in het
dubbelomlijnde kader is aangegeven.
Artikel 5.2.2 Venten e.d.
Artikel 5.2.2.1 Begripsomschrijving
1In deze paragraaf wordt onder venten verstaan: het in de uitoefening van de
ambulante handel te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen op of aan
de weg, aan huis dan wel op een andere voor het publiek toegankelijke en in de open
lucht gelegen plaats, dan wel diensten aan te bieden.
2. Onder venten wordt niet verstaan:
a. het aan huis afleveren van goederen door of vanwege degene die dit doet ter
exploitatie van zijn winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet;
b. het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen als bedoeld in het
eerste lid op jaarmarkten en markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid,
onder h, van de Gemeentewet of op snuffelmarkten als bedoeld in artikel 5.2.4
van deze verordening.
c. het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen als bedoeld in het
eerste lid op een standplaats als bedoeld in artikel 5.2.3.1 van deze
verordening.
Artikel 5.2.2.2 Ventverbod
1Het is verboden te venten indien daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid
en de volksgezondheid in gevaar komt.
2. Het is verboden te venten op zondagen en maandag t/m zaterdag tussen 21.00 en
09.00 uur.
3. Het verbod geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien
door artikel 5 van het Wegenverkeerswet.
Artikel 5.2.2.3 Vrijheid van meningsuiting
1Het verbod van artikel 5.2.2.3 geldt niet voor venten met gedrukte of geschreven
stukken waarin gedachten en gevoelens worden geopenbaard als bedoeld in artikel 7,
eerste lid, van de Grondwet.
2. Het college kan de vrijheid van meningsuiting als bedoeld in het eerste lid beperken
door een verbod in te stellen:
a. op of aan door het college aangewezen wegen of gedeelten daarvan, en/of
b. voor bepaalde dagen en uren.
3. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod van het tweede lid.