Voorstel en arsumentatie:
Het voorstel is om de vergunningplicht te vervangen door een meldingsplicht.
Onder dit voorstel vallen onder meer steigers en drijvende voorwerpen. Het plaatsen van
deze voorwerpen op of aan openbaar water kan een gevaarlijke of onduldbare situatie
opleveren. Voor het plaatsen van deze voorwerpen was een vergunning verplicht. Algemene
regels met meldingsplicht vormen voldoende waarborg voor openbare orde en veiligheid.
N.a.v. een melding kan de gemeente vooraf toetsen en met melder overleggen of
bijvoorbeeld het onderhoud van de oevers niet in het geding is. Zo kan worden voorkomen
dat een al geplaatst object weer moet worden verwijderd, met allefinanciele gevolgen van
dien. Overigens is bovengenoemd artikel in de praktijk nooit toegepast.
Hieronder vindt u de gewijzigde tekst van artikel 5.3.1.
Artikel 5.3.1 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
1Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden een voorwerp,
niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of
te hebben, indien dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van
bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het
doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormt voor het
doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
2. Degene die voomemens is een steiger, een meerpaal of een ander voorwerp met een
permanent karakter op, in of boven openbaar water te plaatsen, doet daarvan uiterlijk
twee weken tevoren een melding aan het college.
3. De melding bevat in ieder geval naam, adres en contactgegevens van de melder, en
een beschrijving van de aard en omvang van het voorwerp.
4. Het verbod in het eerste lid geldt niet voorzover in de daarin geregelde onderwerpen
wordt voorzien door het Wetboek van Straffecht, de Scheepvaartverkeerswet, het
Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Provinciale
vaarwegenverordening, de Telecommumcatiewet of de daarop gebaseerde
T elecommunicatieverordening.
Artikel 5.3.2 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen
(Vervallen)
Artikel 5.3.3 Aanwijzingen ligplaats