Adviesnota 2007
Noord-Nederland
De komende jaren zullen de gemeenten er een schepje boven op moeten doen. Zij zullen maatregelen
moeten nemen om het rioolstelsel aan het veranderende klimaat aan te passen, de gemeenten krijgen
de zorg voor het grondwater binnen de bebouwde kom en gemeenten zullen watergangen in het
stedelijk gebied moeten gaan baggeren. Kortom, water zal voor gemeenten de komende jaren hoog op
de agenda staan.
5.2 Weike maatregelen nemen de gemeenten voor de realisatie van
de KRW oppervlaktewaterdoelen?
De zorgplicht van de gemeenten voor de milieuverantwoorde afvoer van riool- en regenwater is een
flinke opgave, zeker in het licht van de verwachte toename van de hoeveelheid regenwater als gevolg
van klimaatverandering. Een belangrijke maatregel die een gemeente kan nemen, is het afkoppelen van
verhard oppervlak van de riolering. Met deze gemeentelijke maatregelen snijdt het mes aan twee
kanten: de vuiluitworp uit het rioolstelsel neemt hierdoor af en de riolen lopen minder snel over.
Om de basisinspanning te realiseren hebben de gemeenten in Noord-Nederland veel gei'nvesteerd.
Bij voltooiing in 2010 hebben de gemeenten de vuilemissie uit rioolstelsels met 50% gereduceerd ten
opzichte van 1985, in kwetsbare gebieden zelfs met 90%.
De stedelijke wateropgave (beperken wateroverlast) is voor veel gemeenten nog niet uitgewerkt.
De verwachting is dat de ontwikkeling van het neerslagpatroon in Nederland ertoe zal leiden dat er
nog een aanzienlijke investering gedaan moet worden in afkoppelprojecten. Daarbij is maatwerk
noodzakelijk, omdat de problemen van plaats tot plaats verschiilen, en ook de uitvoering het beste
tegelijk met andere projecten kan plaatsvinden, zoals bij voorbeeld groot onderhoud aan het riool.
In de gebiedsgroepen is de vraag gesteld of er extra rioleringsmaatregelen genomen moeten worden
onder de vlag van de KRW. Overstorten lozen meestal niet direct op een KRW-waterlichaam, maar op
kleinere, toevoerende wateren. Ook is de bijdrage van overstorten aan de totale stofbelasting niet
groot. Daar tegenover staat dat het saneren van overstorten in ieder geval leidt tot een lokale
verbetering van de waterkwaliteit. Ook het effect van afkoppelen op de waterkwaliteit is indirect.
Het leidt tot minder overstortingen en draagt bij aan beter werkende rioolwaterzuiveringen.
Het belangrijkste argument om de maatregelen niet onder de KRW te brengen is de geringe
kosteneffectiviteit. De belangrijkste reden om een deel van de rioleringsmaatregelen wel in het
stroomgebiedbeheersplan op te nemen is de KRW-eis dat de waterkwaliteit niet verder achteruit mag
gaan (het 'stand-still'-principe). Daarnaast is naarvoren gebracht dat de stedelijke wateropgave naar
verwachting veel meer maatregelen vergt dan de KRW, en dat een evenwichtige spreiding van de
KRW-inspanning over alle betrokken partijen tot meer draagvlak leidt. De oproep van de
waterschappen was dan ook om een deel van de rioleringsmaatregelen aan te merken als KRW-
maatregel en op te nemen in het stroomgebiedbeheersplan. De uitwerking daarvan verschilde
per waterschap.
Een aantal gemeentebestuurders heeft in de gebiedsgroepen aangegeven een beperkte afkoppel-
opgave als KRW-maatregel acceptabel te vinden, mits die past binnen de inspanning die men toch
26
Maatregelen gemeenten