Adviesnota 2007
al doet. Veel andere bestuurders staan echter op het standpunt dat ze pas een beslissing kunnen
nemen over een dergelijke verplichting als de stedelijke wateropgave in beeld is.
Deze overwegingen leiden tot het volgende voorstel van de stuurgroep Water 2000+ en het RBO
Rijn-Noord:
Overstorten worden alleen gesaneerd als daartoe een noodzaak blijkt te bestaan vanuit de regionale
of lokale omstandigheden. Ter illustratie: Wetterskip Fryslan gaat ervan uit dat erin de komende
twintig jaar nog 40 van de 900 overstorten moeten worden gesaneerd. Dit zijn KRW-maatregelen.
De gemeenten brengen, in samenwerking met de waterschappen, voor het einde van 2008 de
stedelijke kwantitatieve wateropgave in beeld, en bepalen per gemeente de optimale combinatie
van maatregelen.
De maatregel afkoppelen van verhard oppervlak wordt wel meegenomen in het KRW-
maatregelenpakket als dat past binnen de stedelijke kwantitatieve wateropgave voor gemeenten.
Pas als de stedelijke kwantitatieve wateropgave bekend is bepaalt de gemeenteraad in 2008 welk
deel van de afkoppelmaatregelen men wil opnemen in het stroomgebiedbeheerplan. Dit omvat
tenminste het deel dat nodig is om de huidige vuiluitworp te handhaven. Hierover neemt de
gemeenteraad voor het einde van 2008 een raadsbesluit.
Er worden in deze adviesnota geen algemeen geldende doelen vastgelegd over de omvang van de
maatregelen.
De mogelijkheid wordt uitdrukkelijk open gelaten dat waterschappen en gemeenten niet overal in
Noord-Nederland tot dezelfde conclusie komen ten aanzien van de omvang van de uit te voeren
maatregelen.
In de maatregelenbijlage op internet vindt u een overzicht van de maatregelen per waterlichaam.
Omdat de maatregelen per gemeente zullen verschillen, geven we in deze adviesnota geen raming van
kosten van afkoppelmaatregelen. In hoofdstuk 8, waar de kosten en baten van de KRW-maatregelen
worden besproken, wordt aan de hand van de schatting van Wetterskip Fryslan ge'illustreerd hoe de
voorgestelde maatregelen qua kosten zouden kunnen uitwerken.
Gemeenten spelen een belangrijke rol bij de totstandkoming van de KRW-maatregelen. Als primaire
beheerder van de ruimte zorgen zij voor de ruimtelijke inpassing van KRW-maatregelen die andere
partijen gaan nemen, zoals bij voorbeeld hermeandering van beken. Een belangrijk instrument daarbij
is het bestemmingsplan. Zij verlenen de benodigde vergunningen en brengen in de rol van eerste
overheidslaag naar de burger in hun communicatie de KRW voor het voetlicht. Zij nemen ook het
belang van de oppervlaktewaterbescherming mee in de watertoets. Dit zijn allemaal activiteiten die
passen in het huidige gemeentelijke beleid.
5.3 j WELKE ACTIVITEITEN ONTPLOQIEN DE GEMEENTEN VOOR DE KRW ROND
DE RESCHERMING VAN GRONDWATER?
De gemeente krijgt de zorg voor grondwater binnen de bebouwde kom. De KRW richt zich ook op
de bescherming van het grondwater. In Noord-Nederland betreft het ondermeer de bescherming
van drinkwaterwinningen. In hoofdstuk 6 wordt uitgebreid ingegaan op grondwater en vindt u de
onderbouwing van de hieronder genoemde activiteiten van de gemeenten, die nodig zijn om de
KRW-doelstellingen rond grondwater te realiseren.
Maatregelen gemeenten