1. Inleiding
Op 1 januari 2007 is de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) in werking getreden.
Op grond van de WMO is de gemeente verplicht om invulling te geven aan de 9
prestatievelden die in de WMO zijn genoemd. Prestatieveld 3 geeft hierbij aan dat de
gemeente informatie, advies en clientondersteuning moet regelen. De wetgever vindt het
wenselijk om in dat kader te komen tot de oprichting van een WMO-loket. Onder loket wordt
in dit verband verstaan: een (gemeentelijke) voorziening die informatie, vraagverheldering,
adviesbemiddeling en vaak ondersteuning en toegang tot individuele voorzieningen biedt op
de terreinen van wonen, zorg en welzijn".
Bij de uitvoering van de WMO is binnen de gemeente Leeuwarderadeel onderscheid gemaakt
tussen WMO-"smal" en WMO-"breed".
WMO-"smal" heeft in grote lijnen betrekking op de individuele voorzieningen (de
prestatievelden 5 en 6). In concreto zijn dit de voorzieningen die voorheen onder de WVG
vielen en de voorziening "Hulp bij het Huishouden" die per 1 januari 2007 onderdeel van de
WMO uitmaakt. Deze taken worden namens de 8 gemeenten uit NW-Fryslan door de Dienst
Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslan in Franeker (verder de Dienst)
uitgevoerd en binnen de WMO als de 'le cirkel' beschouwd.
WMO-"breed" betreft ook de meer collectieve (welzijns)voorzieningen en de overige
prestatievelden van de WMO (de '3e cirkel' binnen de WMO).
Tussen WMO-"smal" en WMO-"breed" is niet altijd op alle onderdelen een even scherpe
scheidslijn te trekken. Er is hier en daar sprake van grijze gebieden. Deze grijze gebieden
zitten bijvoorbeeld bij de taken van het WMO-loket, zoals het geven van informatie en advies.
Dit betreft de zogenaamde '2e cirkel' binnen de WMO. Deze '2e cirkel', waaronder de
ontwikkeling van het WMO-loket, is daarmee een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de
Dienst en de acht gemeenten in Noordwest Friesland.
In deze notitie wordt een aantal uitgangspunten voor het opzetten van een WMO-(plus)loket
voor onze gemeente op een rij gezet. Deze notitie werkt een aantal keuzes uit die te maken
hebben met het verstrekken van informatie, het geven van advies en het regelen van de
toegang tot voorzieningen. Daarbij wordt nadrukkelijk rekening gehouden met de beperkte
schaal van onze gemeente en het WMO-basisloket dat op dit moment al vanuit de Dienst in
onze gemeente wordt verzorgd. Voorts wordt het uitgangspunt gehanteerd, dat wat goed loopt
niet moet worden veranderd.
Volledigheidshalve merken wij hierop op dat gemeenten niet verplicht zijn om een lokaal
WMO-loket op en in te richten. In de toelichting op de wettekst is aangegeven dat het
wenselijk is, dat de gemeente zich laat leiden door de "een loket gedachte". Een burger dient
zich in principe niet vaker dan eenmaal tot de gemeente te hoeven wenden om over het gehele
scala van WMO-voorzieningen de nodige informatie te (kunnen) krijgen. Daarbij dient de
gemeente zich niet te beperken tot die voorzieningen waar zij zelf zeggenschap over heeft,
maar ook informatie te geven over relevante verstrekkingen vanuit aanpalende terreinen, zoals
wonen en zorg.