Artikel 9
Termiinen van betaling
1In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen
worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van
de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en
de laatste termijn twee maanden later.
2. In afwijking van het le lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van
automatische incasso van de bankrekening van de belastingplichtige kunnen worden
afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen.
De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de
dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een
maand later.
3. De Algemene Termijnwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde
termijnen.
HOOFDSTUK III REINIGIN GSRECHTEN
Artikel 10 Belastbaar feit
Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van de door
het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van de voor de openbare dienst
bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in
onderhoud zijn.
Artikel 11 Belastingplicht
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de
dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik
maakt.
Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief
1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de
hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2 Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel
genoemde eenheid als een voile eenheid aangemerkt.
Artikel 13 Belastingjaar
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het
kalendeijaar.
Artikel 14 Kwiitschelding
Bij de invordering van de reinigingsheffingen wordt geen kwijtschelding verleend.