Artikel 4 Maatstaf van heffing Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt geheven per eigendom. Artikel 5 Belastingtarieven 1Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, bedraagt: a. per eigendom, bewoond door niet meer dan een persoon 123,-- b. voor elk ander eigendom 163,— 2. Voor de vaststelling van het aantal personen, als bedoeld in het eerste lid, is de situatie op 1 januari van het belastingjaar bepalend, met dien verstande dat ingeval de belastingplicht in de loop van het belasting jaar aanvangt, de situatie bij aanvang van de belastingplicht bepalend is voor het resterende tijdvak in het betreffende belastingjaar. Artikel 6 Belastingjaar Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 7 Wiize van heffing Het recht wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tiidsgelang 1. De rechten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het recht verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog voile kalendermaanden overblijven. 3. Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog voile kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan 10. 4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt. 5. Voor belastingbedragen tot 10 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van de op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen rioolrechten of andere heffingen en belastingen aangemerkt als een belas- tingaanslag. Artikel 9 Termiinen van betaling 1In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2007 | | pagina 40