aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit
echter geen verandering.
8. De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mede, met vermelding van het
aantal voor en tegen uitgebrachte stemmen. Hij doet daarbij tevens mededeling van het
genomen besluit.
Artikel 29 Stemming over amendementen en moties
1. Indien een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat
amendement gestemd.
2. Indien op een amendement een subamendement is ingediend, wordt eerst over het
subamendement gestemd en vervolgens over het amendement.
3. Indien twee of meer amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn
ingediend, bepaalt de voorzitter de volgorde waarin hierover zal worden gestemd. Daarbij
geldt de regel, dat het meest verstrekkende amendement of subamendement het eerst in
stemming wordt gebracht.
4. Indien aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het
voorstel gestemd en vervolgens over de motie.
Artikel 30 Stemming over personen
1. Wanneer een stemming over personen voor het doen van een voordracht of het opstellen
van een voordracht of aanbeveling moet plaatshebben, benoemt de voorzitter 3 leden tot
stembureau.
2. Ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van de Gemeentewet van
stemming moet onthouden is verplicht een stembrielje in te leveren. De stembriefjes
dienen identiek te zijn.
3. Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of
aan te bevelen. De raad kan op voorstel van de voorzitter beslissen dat bepaalde
stemmingen worden samengevat op een brieve.
4. Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal
leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembrielje in te leveren. Wanneer de
aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vemietigd zonder deze te openen en wordt
een nieuwe stemming gehouden.
5. Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de
Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden die geen behoorlijk
stembrielje hebben ingeleverd.
Onder een niet behoorlijk ingevuld stembrielje wordt verstaan:
a. een bianco ingevuld stembriefje;
b. een ondertekend stembrielje;
c. een stembrielje waarop meer dan een naam is vermeld, tenzij de stemming verschillende
vacatures betreft;
d. een stembrielje waarbij, indien het een benoeming op voordracht betreft, op een persoon
wordt gestemd die niet is voorgedragen;
e. een stembrielje waarbij op een andere persoon wordt gestemd dan die waartoe de
stemming is beperkt.
6. In geval van twijfel over de inhoud van een stembrielje beslist de raad, op voorstel van de
voorzitter.
7. Onder de zorg van de griffier worden de stembrieljes onmiddellijk na vaststelling van de
uitslag vemietigd.