duidelijk. Het kan echter voorkomen dat een fractie geen aanduiding boven de kandidatenlijst
heeft staan. In een dergelijk geval deelt de fractie in de eerste vergadering de aanduiding mee.
In de loop van een zittingsperiode kan het voorkomen dat leden de raad verlaten. Het
beeindigen van de zitting in de raad kan verschillende oorzaken hebben. Raadsleden kunnen
ongeneeslijk ziek zijn, een conflict met hun fractie hebben, te weinig tijd hebben voor het
raadswerk en zo zijn er nog vele redenen denkbaar. In een dergelijk geval vindt er een
verandering in de samenstelling van de fractie plaats. Als dit het geval is, deelt de fractie dit
aan de voorzitter mede. Het is ook mogelijk dat een raadslid zijn lidmaatschap niet opzegt
maar uit een fractie stapt. Hij kan als zelfstandige fractie verdergaan of zich aansluiten bij een
bestaande fractie. Uitgangspunt van ons kiesstelsel is dat volksvertegenwoordigers op
persoonlijke titel worden verkozen (een kandidaat wordt door de voorzitter van het
stembureau benoemd). De Kieswet gaat niet uit van politieke partijen, een zetel 'hoort' dan
ook niet bij een partij maar is verbonden aan de volksvertegenwoordiger die daardoor ook de
mogelijkheid heeft om tussentijds van fractie te veranderen of zelfstandig verder te gaan. Ook
kan een fractie besluiten om haar naam te veranderen. Dit staat de fractie vrij om te doen. Op
grond van deze bepalingen heeft de raad geen zeggenschap over wijzigingen in de
samenstelling, fusies en splitsingen van fracties en de naamvoering. De raad kan hier dus geen
besluit over nemen. Een mededeling aan de voorzitter van de raad is voldoende. De raad is
gehouden met ingang van de eerstvolgende vergadering nadat hiervan mededeling is gedaan
rekening te houden met de nieuwe situatie.
Hoofdstuk 3 Vergaderingen
Paragraaf 1 Tijd van vergaderen; voorbereidingen
Artikel 9 Tijd en plaats van vergaderen
Ingevolge artikel 17 van de Gemeentewet vergadert de raad zo vaak hij daartoe heeft besloten
en voorts indien de burgemeester het nodig oordeelt of indien ten minste een vijfde van het
aantal leden van de raad schriftelijk met opgave van redenen daarom vraagt. Het tweede lid
brengt tot uitdrukking dat de voorzitter in het bepalen van een andere dag en ander
aanvangsuur zoveel mogelijk overleg pleegt in het presidium. Op deze wijze houdt het
presidium ook bij vergaderingen, die niet op het gebruikelijke tijdstip plaatsvinden, invloed op
de datum, het tijdstip en de plaats van de vergadering. Het wijzigen van het aanvangsuur is
van gemeenschappelijk belang, omdat het merendeel van de raadsleden het raadslidmaatschap
combineert met een andere (on)betaalde functie.
Artikel 10 Oproep
In artikel 19, eerste lid van de Gemeentewet is bepaald dat de burgemeester de leden van de
raad schriftelijk uitnodigt voor de vergadering.
De brief vermeldt de dag, tijdstip en plaats van de vergadering. Het tweede lid stelt verplicht
dat de voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel
25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, tegelijkertijd met de oproep
aan de leden worden verzonden. De in artikel 25, eerste en tweede lid, bedoelde stukken zijn
stukken ten aanzien waarvan geheimhouding is opgelegd. Hier wordt melding van gemaakt op
de stukken. Uiteraard is het mogelijk, indien de raad dit wenst de stukken en oproep niet per
post maar per e-mail te versturen.