1Mocht enig exploitatiejaar een batig saldo opleveren, dan zal dit saldo worden toegevoegd in de algemene reserve. 2. Mocht enig exploitatiejaar een nadelig saldo opleveren, dan zal het exploitatietekort in beginsel worden gedekt uit de algemene reserve. 3. Het algemeen bestuur kan beslissen uitkeringen uit de algemene reserve te doen ten gunste van de gemeenten in de verhouding van de in artikel 17 van deze regeling, derde en vierde lid, bedoelde bijdrage. Uitkeringen kunnen alleen plaatsvinden indien en voor zover de algemene reserve hoger is dan de kapitaalverstrekking aan de deelnemingen vermeerderd met de aan deelnemingen uit eigen middelen verstrekte financieringen, blijkend uit de laatst en niet meer dan 66n jaar geleden vastgestelde rekening. 4 Structured tekorten in de algemene reserve zullen door de gemeenten worden aangezuiverd in de verhouding van de in artikel 17 van deze regeling, derde en vierde lid, bedoelde bijdrage. Het algemeen bestuur bepaalt wanneer sprake is van een structured tekort, mede gehoord ge- deputeerde staten en de accountant als bedoeld in artikel 213, lid 2, van de Gemeentewet (oud). Archief Artikel 22 1 Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden van de organen van deze ge- meenschappelijke regeling. Het algemeen bestuur stelt hiertoe een regeling vast, welke aan gedeputeerde staten moet worden medegedeeld. 2. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 33 Archiefwet 1995 oefenen gedeputeerde staten toe- zicht uit op de in het vorige lid omschreven taak. 3. De secretaris is belast met het beheer van de archiefbescheiden voor zover die met zijn over- gebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeente Sneek. 4. Na opheffing van de gemeenschappelijke regeling worden de nog aanwezige a hiefbeschei- den overgebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeente Sneek. Toetreding, uittreding 1 Toetreding door andere gemeenten vindt plaats, indien tweederde van de colleges van burge- meester en wethouders daarbij bij besluit daarin bewilligt. 2. In een besluit als bedoeld in het vorige lid kan de toetreding afhankelijk worden gesteld van be paalde door het algemeen bestuur te stellen voorwaarden. 3. De toetreding gaat in op 1 januari van het jaar volgende op de datum waarop de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten de regeling hebben vastgesteld en op de voorgeschreven wijze bekend hebben gemaakt. 4. Een gemeente kan bij een daartoe strekkend besluit van de raad en het college van burge meester en wethouders uit de regeling treden. 5. Het algemeen bestuur regelt in geval van een voorgenomen uittreding de financier en overige verplichtingen van de betreffende gemeente. 6. Uittreding vindt plaats op 1 januari na de datum waarop de inschrijving in het register als be doeld in artikel 27 Wgr heeft plaatsgevonden, doch niet eerder dan twee jaren na de datum van het uittredingsbesluit van de betreffende gemeente. Wijziging/opheffing Artikel 24 t 1. De regeling kan worden gewijzigd bij eensluidende besluiten van de colleges van burgemeester en wethouders van tenminste tweederde van de deelnemende gemeenten, voor zover deze col leges van burgemeester en wethouders daartoe toestemming hebben gekregen van hun raden. 2 Voorstellen tot wijziging van de regeling kunnen uitgaan van het algemeen bestuur, al dan niet op voorstel van het dagelijks bestuur, als ook van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten. 35 755 Concept Gemeenschappelijke regeling Fryslan-West d.d. 19.10.2007 7

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2008 | | pagina 89