Hiervoor wordt echter geen voorspelling gedaan. De glastuinbouw biedt eveneens perspectieven. Bij
de ontwikkeling van de glastuinbouw in de Westergo-zone, zoals nu voorzien, wordt een directe
werkgelegenheid van 1.800 tot 2.000 banen verwacht. Met de indirecte werkgelegenheid is te
verwachten dat er op relatief korte termijn een vraag naar ongeveer 3.000 arbeidskrachten ontstaat.
Deze ontwikkeling biedt mogelijkheden om personen uit het bestand van de dienst aan het werk te
helpen.
De onderzoekers merken op dat het voor de Dienst noodzakelijk is - middels een actieve
werkgeversbenadering met de ketenpartners CWI en UWV - een goede feeling met het bedrijfsleven
te onderhouden, zodat snel ingespeeld kan worden op nieuwe ontwikkelingen. Ook is intensieve
samenwerking met economische zaken en welzijn van de gemeenten een vereiste. Daarnaast zullen
de re-integratie-activiteiten ook gericht moeten worden op deze kansrijke sectoren en branches.
3.3. Ontwikkelingen in de beroepsbevolking9
In dit onderdeel wordt ingegaan op een aantal ontwikkelingen in de beroepsbevolking die van
betekenis zijn voor de Dienst.
De landelijke bevolkingsgroei is beperkt - groei is vooral het gevolg van immigratie - en op de langere
termijn wordt een bevolkingsdaling verwacht. De bevolkingsgroei vindt niet plaats in de voor de
arbeidsmarkt relevante groep van 15-64 jarigen. Het landelijke beeld is er een van geleideiijke
vergrijzing en een laag geboortecijfer. Dit beeld geldt ook voor Friesland, hoewel er in het westelijk
deel van de provincie nog sprake is van een relatief hoog geboorteoverschot. Volgens de prognoses
dreigt er echter in Friesland voor het eerst sinds 1945 een bevolkingsafname.
Friesland kent op zich een lage migratie; men is relatief honkvast. Toch is er sprake van een negatief
migratiesaldo (aanwas minus vertrek) door vertrek (naar elders in Nederland) en emigratie. De afname
van inwoners vindt vooral plaats in de leeftijdsgroep tussen 0 - 65 jaar, terwijl het aantal inwoners
boven de 65 jaar wel toeneemt. Dit heeft te maken met het feit dat veei in Friesland opgeleiden na
afronding van hun studie vertrekken in verband met werk elders. Ook de sluiting van AZC s speelt bij
deze ontwikkeling een rol.
Landelijk gezien is er in de jaren 2007 en 2008 nog sprake van een toename van de beroepsbevolking
(onder andere door de toename van de arbeidsparticipatie van ouderen en vrouwen) van 0,1 tot 0,4%
(ongeveer 70.000 per jaar), maar hierna wordt een afname van de beroepsbevolking verwacht tot
0,2% in 2012. Rond 2012 gaat een hele generatie "babyboomers"met pensioen.
De onderzoekers verwachten voor Friesland een vergelijkbare ontwikkeling; in eerste instantie een
lichte groei van de beroepsbevolking van 274.800 (2006) tot 277.700 (2007). De groei van de
beroepsbevolking komt vooral door een stijging van de arbeidsparticipatie en is gedeeltelijk het gevolg
van (gemeentelijk) beieid. De toegenomen participatie is het gevolg van het feit dat meer ouderen (55-
64 jaar) beschikbaar zijn/blijven voor de arbeid. Dit komt door een geringer gebruik van VUT,
prepensioen en een uitstroom uit de arbeidsongeschiktheidsregelingen. Daarnaast is er sprake van
uitstroom van oudere vrouwen met een geringe participatiegraad en een instroom van jongere
vrouwen met een hogere participatiegraad. Ook neemt de beroepsbevolking toe als gevolg van
(gemeentelijk) beieid dat gericht is op beperking van de instroom in de uitkering en bevordering van
de uitstroom naar (regulier) werk.
Ten slotte valt op te merken dat de (potentiele) beroepsbevolking in het werkgebied van de Dienst
mogelijk kan groeien doordat een aantal asielzoekers die onder het "generaal pardon'Vallen zich in de-
regio zal vestigen. Ook zal invloed uitgaan van het wegvallen van (arbeids) grenzen binnen Europa;
waardoor ook in Friesland het aantal werknemers uit andere Europese landen zal toenemen.
3.4. Conciusies
9 bron: Noordelijke Arbeidsmarktverkenning 2007, RUG achtergrondrapport NAV 2005
9
concept meerjarenperspectief Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslan 2009 - 2012
