wachtlijst door het college. De gemeente spreekt met het college af dat zij telkens de bijgewerkte
wachtlijst ter beschikldng heeft en dat zij periodiek wordt geinformeerd over het aantal gerealiseerde
plaatsingen.
Dit model heeft een aantal voordelen. Het biedt de gemeente de ruimte haar beleidsmatige
verantwoordelijkheid te nemen zonder uitvoerende werkzaamheden naar zich toe te trekken. De
gemeente hoeft geen capaciteit vrij te maken voor het daadwerkelijke beheer van de wachdijst, maar
behoudt de mogelijkheid de kaders aan te geven, het beheer te controleren en te volgen. De
gemeente maakt maximaal gebruik van de door het uitvoeringsbedrijf opgebouwdc kenms en
ervaring. De aan het college toebedceldc uitvoeringswerkzaamheden zijn immers door het college
overgedragen aan de GR.
Nadeel van de regie op beleidsniveau is dat het beheer van de wachtlijst niet langer in eigen hand is
vormgegeven. Dit betekcnt een toenemendc behoefte aan communicatie over de kaders van het
wachtlijstbehecr en de rcalisatie van plaatsingen. De toencmende informatiebehoefte bij beide
partijen houdt een risico op fouten in. Eventuele fouten kunnen leiden tot onder- of overrealisatie
met alle gevolgen van dicn.
De raad kiest crvoor zoveel mogelijk taken van het college te blijven belcggen bij de
gemecnschappelijke regeling. De gemeente heeft behoefte aan sturing op financien en instroom. Het
gekozen beleidsmodel biedt voldoende sturingsmogelijkheden voor de gemeente omdat ze zelf geen
capaciteit kan vrijmaken voor de doelmatige uitvoering van de taken van het wachtlijstbeheer.
De sociale opgave zoals verwoord in het gemeentelijk beleid
Van binnen naar buiten
Een hoofddoelstclling van de modemisering is om meer mensen met een arbeidshandicap buiten de
beschutte werkomgeving van de Sw-uitvoeringsorganisatie te laten werken: 'de beweging van binnen
naar buiten'. Het is goed om eerst het werken 'buiten' te definieren: alle werk dat buiten de beschutte
omgeving van de Sw-uitvoeringsorganisatic wordt uitgevoerd (oftewel; vanaf tredc 3 in figuur 1).
Het eerste kader nit de kademota is gericht op deze beweging 'van binnen naar buiten'. In dit eerste
kader wordt gesteld dat de vaardigheden van iedere Sw-cr dusdanig moeten worden bevorderd dat
hij zal uitkomen op zijn persoonlijk hoogst mogelijke vorm van arbeidsdcclname. I Iierbij wordt de
zogenaamde Sw-werkladder als uitgangspunt genomen (zie figuur I).
1 =- Ik