w. Hulp bij het huishouden: het ondersteunen bij of het ovememen van activiteiten op het
gebied van het verzorgen van het huishouden.
x. Leefeenheid: een eenheid bestaande uit gehuwden of met gehuwden gelijk te stellen
personen die al dan niet samen met een of meer andere personen (mindeijarigen of
meerdeijarigen) duurzaam een huishouden voeren. Onder gehuwden worden ook
begrepen de ongehuwd samenwonenden en andere volwassenen die met elkaar en/ of
kinderen samenwonen. Met deze definitie worden alle bewoners van een adres die
samen een duurzaam huishouden voeren inbegrepen in het begrip leefeenheid.
y. Norminkomen: het inkomen zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid van de AMvB;
z. Inkomen: het inkomen zoals bedoeld in artikel 4, tweede lid van de AMvB;
aa. Forfaitaire vergoeding: een bijdrage ineens die los van inkomen en los van de
werkelijke kosten van een voorziening wordt verstrekt, al dan niet met in achtneming
van een inkomensgrens.
ab. Besparingsbijdrage: bijdrage in de kosten van een individuele voorziening in kosten
van aanpassing en aanschaf die als algemeen gebruikelijk worden beschouwd;
ac. Netto huurstijging: onder netto huurstijging wordt verstaan de stijging van de huur die
optreed ten gevolge van het doorberekenen in de huur van het niet voor subsidie in
aanmerking komende deel van de aanpassingskosten, overeenkomstig artikel 10. van
de Huurprijzenwet woonruimte, minus de toename van de huurtoeslag ten gevolge van
deze huurstijging.
ad. Stijging woonlasten eigenaar-bewoner: onder stijging van de woonlasten van de
eigenaar-bewoner wordt verstaan de extra lasten die per jaar ontstaan als gevolg van
de meest voordelige financiering van het niet door subsidie gedekte deel van de
aanpassingkosten.
Artikel 2 Beperkingen
Een voorziening kan slechts worden toegekend voorzover:
a. deze langdurig noodzakelijk is om de beperkingen op het gebied van het voeren van
het huishouden, het verplaatsen in en om de woning, het zich lokaal verplaatsen per
vervoermiddel en bij het ontmoeten van medemensen en op basis daarvan sociale
verbanden aangaan op te heffen of te verminderen;
b. deze, naar objectieve maatstaven gemeten, als de goedkoopst adequate voorziening
kan worden aangemerkt;
c. deze in overwegende mate op het individu is gericht.
3
Dienst Sociale Werkgelegenheid Noardwest Frysian
Verordening maatschappelijke ondersteuning
Vastgesteld door het bestuur op 27 September 2006 en laatstelijk gewijzigd in zijn vergadering op 2 april 2008.