Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke
ondersteuning Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Noardwest Fryslan
Inleiding
Het op 27 mei 2005 ingediende wetsvoorstel 30131 "Nieuwe regels betreffende
maatschappelijke ondersteuning", de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), is op 14
februari 2006 in de Tweede Kamer met alleen de stemmen van de Socialistische Partij tegen
aangenomen. Aan deze bijna unanieme stemming is een behandeling voorafgegaan die de wet
een ander aanzicht heeft gegeven. De consequenties hiervan zijn niet direct te overzien: ook
de Wet maatschappelijke ondersteuning is een wet die verdere invulling behoeft en
uiteindelijk door jurisprudentie een duidelijke vorm zal krijgen. Bij de Wet maatschappelijke
ondersteuning is dan bovendien nog sprake van het gegeven dat het kembegrip van de wet,
het zogenaamde compensatiebeginsel, bij amendement aan de wet is toegevoegd, waardoor
een begripsomschrijving van dit cruciale begrip ontbreekt, met het gevolg dat de toelichting
op het amendement uitgangspunt is voor de vormgeving van dit compensatiebeginsel.
De Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning geeft invulling aan de in de
Wet maatschappelijke ondersteuning gegeven opdracht regels te stellen bij Verordening. In
deze Verordening is vorm gegeven aan het compensatiebeginsel zonder de regels van de
Wvg (Wvg) en de regels rond de functie huishoudelijke verzorging uit de Algemene Wet
Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) geheel los te laten. Dit is van belang om niet een vacuum te
laten ontstaan, te meer daar het overgangsrecht zoals geregeld in de Wmo bestaande clienten
maximaal een jaar het behoud van de oude rechten op grond van de Algemene Wet
Bijzondere Ziektekosten of de Wvg biedt. Het overgangsrecht gaat er ook van uit dat voor alle
nieuwe aanvragers nog drie maanden nadat de Dienst Verordening voorzieningen
maatschappelijke ondersteuning is vastgesteld de "oude" regels uit Wvg en AWBZ gelden.
Gevolg hiervan is dat als de Dienst vanaf 1 januari 2007 voor nieuwe aanvragers ook direct
nieuw beleid wil voeren, haar Verordening op 1 oktober 2006 door het bestuur moet hebben
laten vaststellen. Dat betekent dat de gehele procedure van voorbereiding, inclusief inspraak,
voordien plaats moet hebben gehad. Dit heeft grote druk gezet op het zo snel mogelijk
schrijven van deze Verordening. Dit is in het karakter van de Verordening terug te vinden: het
is een Verordening die sterk geent is op het aan de Wmo voorafgaande beleid. De tijdsdruk
bood niet de mogelijkheid tot een uitgebreide reflectie op andere vormen van invulling.
In de Verordening is met name uitwerking gegeven aan de artikelen 5, 6, 15, 19 en 26 Wmo.
In de Wmo komen voorzieningen uit de Welzijnswet en voorzieningen uit de AWBZ en de
Wvg bij elkaar. Voorzieningen uit de Welzijnswet worden als voorliggende voorzieningen
aangeboden en worden daarom niet in deze Verordening opgenomen. De in deze Verordening
opgenomen algemene voorzieningen zijn in principe ook als voorliggende voorzieningen te
beschouwen, maar omdat de meeste algemene voorzieningen voor het eerst een plaats vinden
in deze Verordening, zijn zij nog wel benoemd en van een primaat voorzien. Het is niet
ondenkbaar dat deze algemene voorzieningen op termijn terug te vinden zullen zijn bij de
onbenoemde voorliggende voorzieningen zoals maaltijdvoorziening en personenalarmering.
Alle bedragen en bijbehorende regelgeving worden opgenomen in het Besluit
maatschappelijke ondersteuning Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest
Fryslan. Ook voor de beleidsregels (beter bekend als het zogenaamde verstrekkingenboek)
komt een nieuw exemplaar beschikbaar.
20
Dienst Sociale Werkgelegenheid Noardwest Fryslan
Verordening maatschappelijke ondersteuning
Vastgesteld door het bestuur op 27 September 2006 en laatstelijk gewijzigd in zijn vergadering op 2 april 2008.