Het begrip "meerkosten" hangt nauw samen met het begrip "algemeen gebruikelijk"; deze
twee begrippen zijn elkaars tegenhangers. De meerkosten zijn de kosten, die in een direct
oorzakelijk verband staan met het compenseren van de ondervonden beperking of het
psychosociaal probleem, zoals die zijn genoemd in artikel 1, lid 1, onder g. achtste volzin van
de wet. Een met de persoon als de aanvrager vergelijkbaar persoon zonder die beperking of
dat psychosociale probleem heeft deze meerkosten per definitie niet, omdat daarvoor in diens
situatie geen noodzaak is. Mede op de bestrijding van deze meerkosten, dus de kosten die
voor een persoon als de aanvrager niet algemeen gebruikelijk zijn, is de wet gericht.
Het uitgangspunt van deze begripsomschnjving ligt in het Protocol Gebruikelijke zorg, zoals
tot aan de invoering van de wet door het Centrum Indicatiestelling Zorg werd toegepast als
verzameling beleidsregels voor de AWBZ-indicatiestelling voor huishoudelijke zorg. Het is
op enkele punten aangepast om te voorkomen dat problemen die in de AWBZ met dit begrip
speelden ook naar de wet overgaan. Zo is in plaats van 'volwassenen' de term
'meerdeijarigen' opgenomen en is het begrip 'gemeenschappelijke huishouding voeren'
vervangen door het begrip 'gemeenschappelijk een woning bewonen'.
Ad u.
De invoering van het persoonsgebonden budget maakt het opnemen van het begnp
"budgethouder" noodzakelijk. De budgethouder is de persoon die de beschikking krijgt over
het budget en over de besteding daarvan ook verantwoording af dient te leggen.
Adv.
Dit begrip is in de Verordening opgenomen naar aanleiding van de toelichting op
amendement 65. Het ICF begrippen kader biedt de Dienst een algemeen en uniform geldend
begrippenkader voor de uitvoeringspraktijk.
Ad w.
Bij het begrip hulp bij het huishouden wordt er van uit gegaan dat iemand pas behoefte kan
hebben aan hulp bij het huishouden indien in dat huishouden in een voor hem geschikte
woning is gesitueerd. De woonvoorzieningen en de hulp bij het huishouden kunnen dus niet
los van elkaar worden gezien.
Ad x.
Het begrip 'leefeenheid' is in deze Verordening nader gedefmieerd. Het begrip is in het
Protocol Gebruikelijke Zorg gerelateerd aan het begrip 'gebruikelijke zorg' en komt
oorspronkelijk voort uit artikel 1 onder b besluit Zorgaanspraken. Met de definitie zoals
opgenomen in deze Verordening worden alle bewoners van een adres die samen een
duurzaam huishouden voeren inbegrepen in het begrip leefeenheid. Indien er sprake is van
kamerverhuur, wordt de huurder van de betreffende ruimte niet tot het huishouden c.q. de
leefeenheid gerekend. Een soortgelijke positie wordt ingenomen van mensen die omwille van
hun zorgbehoefte op een adres ieder zelfstandig wonen. Denk daarbij aan
woongemeenschappen van kloosterlingen, ouderen of gehandicapten.
1 VVi IJi
Dienst Sociale Werkgelegenheid Noardwest Fryslan 27
Verordening maatschappelijke ondersteuning
Vastgesteld door het bestuur op 27 September 2006 en laatstelijk gewijzigd in zijn vergadenng op 2 apnl 2008.