Uit jurisprudentie blijkt dat een dergelijke uitzondering zich voordoet als het inkomen van de
aanvrager - mede ten gevolge van aantoonbare kosten ten gevolge van zijn beperking - onder
het in diens situatie geldende bijstandsniveau dreigt te geraken. Een andere uitzondering is het
ten gevolge van een plotseling optredende handicap moeten vervangen van zaken die nog niet
zijn afgeschreven; dat zou zonder die handicap immers ook niet gebeuren.
Lid 2, ad b.
In de wet is, in tegenstelling tot de situatie bij de Wvg, geen specifieke bepaling opgenomen
waaruit blijkt dat de compensatieplicht zich beperkt tot in de het werkgebied van de Dienst
woonachtige personen, hoewel artikel 11 van de wet spreekt over ingezetenen. Dit artikel
moet opgenomen worden om te voorkomen dat er aanvragen binnenkomen bij de Dienst
terwijl de aanvrager niet woonachtig is binnen het werkgebied van de Dienst.
Lid 2, ad c.
Deze afwijzingsgrond is afkomstig uit de Verordening Wvg, en is bedoeld voor situaties
waarin gebruikte materialen voor problemen zorgen.
Lid 2, ad d.
Het uitrustingsniveau voor sociale woningbouw is vastgesteld in het Bouwbesluit 2003.
Woonvoorzieningen die op dat uitrustingsniveau worden verstrekt, zijn in beginsel van
voldoende kwaliteit; duurdere of andere voorzieningen hoeven niet te worden verstrekt. Een
duidelijke begrenzing derhalve. Garages bijvoorbeeld vallen daarom niet onder dit niveau.
Alleen in die gevallen dat bijvoorbeeld vanuit welstandstoezicht hogere eisen worden gesteld,
kan het bestuur hierop een uitzondering maken. Over de hiermee gepaard gaande kosten
moeten in een concrete situatie afspraken gemaakt worden. Ook bij hulp bij het huishouden
speelt deze bepaling een rol. Indien bijvoorbeeld aanzienlijk meer hulp wordt gevraagd
vanwege het feit dat men in een veel grotere of meer luxe woning woont, geeft deze bepaling
een duidelijke grens aan.
Lid 2, ad e.
In sommige gevallen gebruiken mensen al jaren voorzieningen en vragen zij na het optreden
van een beperking voorzieningen aan, die in hun situatie kunnen leiden tot de conclusie dat
het optreden van beperkingen geen meerkosten met zich meebrengt. Daarvoor is deze onder e.
genoemde bepaling bedoeld.
31
Dienst Sociale Werkgelegenheid Noardwest Fryslan
Verordening maatschappelijke ondersteuning
Vastgesteld door het bestuur op 27 September 2006 en laatstelijk gewijzigd in zijn vergadering op 2 april 2008.