Hoofdstuk 3 Hulp bij het huishouden Artikel 8 Vormen van hulp bii het huishouden In artikel 4 lid 1 van de wet wordt het bestuur opgedragen om voorzieningen aan te bieden ter ondersteuning van het voeren van een huishouden. In deze Verordening wordt dit onderdeel opgesplitst in twee onderdelen. In hoofdstuk 3 van deze Verordening gaat het om de voorziening "hulp bij het huishouden", in hoofdstuk 4 om "woonvoorzieningen" Bij het interpreteren van het begrip "voeren van een huishouden" is er van uitgegaan dat een persoon pas behoefte kan hebben aan hulp bij het huishouden indien dat huishouden in een voor hem geschikte woning is gesitueerd. Vandaar dat de onder de Wvg bestaande woonvoorzieningen onder dit begrip zijn gebracht. Onder de AWBZ werd gesproken van de functie huishoudelijke verzorging. Om aan te geven dat onder de Wmo sprake is van een eigen begrip wordt in deze Verordening het begrip 'hulp bij het huishouden' geintroduceerd. Hulp bij het huishouden kan in drie vormen als voorziening worden aangeboden. Onder a. wordt genoemd de algemene voorziening; een snelle en eenvoudige dienstverleningsoplossing zonder veel administratieve rompslomp voor de Dienst en aanvrager. Gedacht moet worden aan vormen van direct beschikbare hulp bij het huishouden vanuit bijvoorbeeld een wijksteunpunt, met name voor eenvoudige werkzaamheden, al dan niet op basis van een kortdurende hulpbehoefte. Het is aan de Dienst om te bezien of zij deze vorm van hulp bij het huishouden in hun verstrekkingenpakket wil opnemen. Onder b. wordt genoemd de hulp bij het huishouden in natura. Ook hier gaat het om een vorm van persoonlijke dienstverlening, net als bij de onder a. genoemde vorm. Het verschil zit echter in de toekenningsprocedure, die meer op de persoon is afgestemd, en in de regel meer geschikt zal zijn voor de wat grotere en langduriger behoefte aan hulp. Onder c. is genoemd het persoonsgebonden budget (pgb) voor hulp bij het huishouden. Met dit pgb moet de aanvrager zelf hulp inhuren. Artikel 9 Primaat van de algemene hulp bii het huishouden. 1. In artikel 9 lid 1 wordt geregeld onder welke basisvoorwaarden men gebruik kan maken van een algemene voorziening voor hulp bij het huishouden, indien deze in het werkgebied van de Dienst voorhanden is. In aanmerking komen in eerste instantie personen met een aantoonbare beperking ten gevolge van ziekte of gebrek. Verder komen in aanmerking mantelzorgers in het kader van de zogenaamde respijtzorg. Het is daarbij niet de bedoeling van de wetgever dat het huishouden van de mantelzorger wordt overgenomen, maar ovemame van het huishouden van degene die de mantelzorg ontvangt is wel degelijk mogelijk. Algemeen aangeboden hulp bij het huishouden is in de vorm van een primaat in deze Verordening neergelegd. Dat houdt in dat in eerste instantie wordt bezien of deze vorm van hulp bij het huishouden het probleem op adequate wijze kan oplossen. 36 Dienst Sociale Werkgelegenheid Noardwest Fryslan Verordening maatschappelijke ondersteuning Vastgesteld door het bestuur op 27 September 2006 en laatstelijk gewijzigd in zijn vergadering op 2 april 2008.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2008 | | pagina 151