Hoofdstuk 4
Woonvoorzieningen
Artikel 13 Woonvoorzieningen
De woonvoorziening kan worden verstrekt in vier hoofdvormen:
Ad a. de algemene woonvoorziening. Hierbij moet worden gedacht aan een mogelijkheid om
snel oplossingen voor vaak minder complexe woonproblemen te krijgen. Hierbij moet
worden gedacht aan klussendiensten, snel beschikbare voorzieningen uit depot en
mogelijk andere, nog te ontwikkelen voorzieningen.
Ad b. een woonvoorziening in natura. Dergelijke woonvoorzieningen worden niet in de
vorm van financiele tegemoetkoming, verstrekt. Het betreft hier individuele
voorzieningen zoals bijvoorbeeld de losse tillift of een douchestoel.
Ad c. het persoonsgebonden budget, bijvoorbeeld een verhuiskostenvergoeding;
Ad d. de financiele tegemoetkoming voor woningeigenaren die niet zelf huren en soms ook
rechtspersoon zijn. Deze financiele tegemoetkoming wordt genoemd in artikel 7 lid 2
van de wet.
Artikel 14 Primaat collectieve woonvoorzieningen en recht op individuele
woonvoorzieningen
In eerste instantie zal worden bezien of een woonprobleem kan worden opgelost met een
algemene voorziening. Deze voorziening heeft voorrang bij het zoeken naar een oplossing
voor een voor de wet relevant woonprobleem, dus een probleem bij het normale gebruik van
de woning, zie de toelichting op het amendement dat leidde tot artikel 4 van de wet
(amendement Miltenburg c.s., 30 131, nr. 65). Als een algemene voorziening niet volstaat als
oplossing ofwel niet aanwezig is in het werkgebied van de Dienst, moet het probleem middels
een individuele voorziening worden opgelost; dat kan zijn een woonvoorziening in natura of
een persoonsgebonden budget.
Artikel 15 Soorten woonvoorzieningen
Ad a.
Het bestuur kan besluiten om een tegemoetkoming te verstrekken in de verhuis- en
inrichtingskosten, indien verhuisd wordt naar een aangepaste of een goedkoper aan te passen
woning dan de reeds bewoonde woning Het bestuur maakt de afweging tussen verstrekking
van een tegemoetkoming in de verhuiskosten en een woningaanpassing. Een
woonvoorziening, en dus ook een verhuiskostenvergoeding is, volgens de Wvg-jurisprudentie
van de Centrale Raad van Beroep, alleen bedoeld voor situaties waarin de ondervonden
problemen in direct oorzakelijk verband staan met bouwkundige of woontechnische aspecten
van de te verlaten woning zelf. Omgevingsfactoren als lawaai, stank, onveiligheidsgevoelens,
overlast etcetera zijn dus niet van belang. Uitgangspunt van het dienstbeleid is dat zo goed
mogelijk gebruik wordt gemaakt van de voorraad aangepaste woningen in het werkgebeid
van de Dienst.
39
Dienst Sociale Werkgelegenheid Noardwest Fryslan
Verordening maatschappelijke ondersteuning
Vastgesteld door het bestuur op 27 September 2006 en laatstelijk gewijzigd in zijn vergadering op 2 april 2008.