Onder de Wvg kon de Dienst woningaanpassingen duurder dan 20.420,- onder
bepaalde voorwaarden declareren bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Onder de Wet maatschappelijke ondersteuning vervalt deze mogelijkheid en zullen de kosten
voor rekening van de Dienst komen. Als het gaat om grote aanpassingen aan huurwoningen
die opnieuw kunnen worden verhuurd voor de huisvesting van mensen met beperkingen, kan
de investering over een langere periode afgeschreven worden. In gevallen waarin dat niet
speelt, wordt in principe uitgegaan van het primaat van losse woonumts. In situaties waann de
mogelijkheid in de concrete situaties bestaat, wordt aan gebruik van een dergelijke unit
voorrang gegeven middels deze bepaling.
Artikel 18 Uitsluitingen
Een persoonsgebonden budget of een financiele tegemoetkoming voor het treffen van
voorzieningen wordt alleen verstrekt als het woonruimten betreft die als zelfstandige
woonruimte in het kader van de Wet op de huurtoeslag ook als zodanig aangemerkt worden.
Een uitzondering zijn aanpassingen aan woonschepen en binnenschepen; deze komen weinig
voor en worden apart geregeld in het verstrekkingenbeleid. Verder worden geen
woonvoorzieningen verstrekt in gemeenschappelijke ruimten van woongebouwen voor
ouderen of gehandicapten of voorzieningen die in dergelijke gebouwen, ook in de
wooneenheden, bij nieuwbouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten kunnen
worden meegenomen.
Artikel 19 Hoofdverbliif
In tegenstelling tot de Wvg wordt in de wet niet expliciet vermeld dat de compensatieplicht
alleen geldt voor de inwoners van de gemeenten binnen het werkgebied van de Dienst.
Artikel 11 van de wet geeft echter wel een aanwijzing in die richting door vermelding van
"ingezetenen", mede gezien het feit dat er met de wet geen inhoudelijke uitbreiding van de
werking van de Wvg is beoogd.
In eerste instantie geeft de gemeentelijke basisadministratie uitsluitsel. Voor bepaalde
gezondheidszorginstellingen geldt dat de bewoners een briefadres elders kunnen aanhouden.
De gemeente waar de aanvrager van de voorziening daadwerkelijk verblijft heeft de
verplichting tot compensatie van beperkingen. In het geval van AWBZ-bewoners heeft deze
verplichting geen betrekking op de woonvoorzieningen. Het is noodzakelijk de zinsnede 'of
zal hebben' op te nemen voor situaties waarin de aanvrager naar een gemeente wil verhuizen
buiten het werkgebied van de Dienst en in die gemeente een woning wil laten bouwen of
aanpassen voordat deze daadwerkelijk wordt betrokken, zie ook artikel 20, onder b.
Onder de Wvg waren AWBZ-bewoners uitgesloten van het recht op woonvoorzieningen. Een
bovenwettelijke uitzondering hierop werd gemaakt in de Verordening voor het zogenaamde
bezoekbaar maken van een woonruimte voor bezoek aan ouders of andere familieleden. In
principe wordt er slechts een woning aangepast. Een uitzondering hierop vormt de situatie dat
de ouders gescheiden zijn en er een omgangsregeling van kracht is. Omdat met de wet niet
wordt beoogd om de omvang van de onder de Wvg geregelde zorgplicht in te krimpen of uit
te breiden, is de optie van het bezoekbaar maken ook weer in de Verordening opgenomen in
artikel 19.
41
Dienst Sociale Werkgelegenheid Noardwest FryslSn
Verordening maatschappelijke ondersteuning
Vastgesteld door het bestuur op 27 September 2006 en laatstelijk gewijzigd in zijn vergadering op 2 april 2008.