Hoofdstuk 5 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Artikel 22 Vormen van te verstrekken voorzieningen
Ad a.
De collectieve vervoersvoorziening is al bekend in de vorm van het collectief
vraagafhankelijk vervoer, zoals dat zich vanaf 1994 onder de Wvg heeft ontwikkeld. Naast
het collectief vervoer kan ook worden gedacht aan de mogelijkheden voor het opzetten van
scootermobielpools, zoals in sommige verzorgingshuizen al op basis van de Wvg gebeurde.
Adb.
Individuele voorzieningen in natura kunnen bestaan uit een diversiteit van vervoermiddelen,
evenals onder de Wvg. In het Beslnit maatschappelijke ondersteuning en het
Uitvoeringsbeleid is uitgewerkt onder welke voorwaarden men voor een bepaald soort
voorziening in aanmerking komt.
Ad c.
Belangrijkste aanvulling ten opzichte van de Wvg is het persoonsgebonden budget. De
vaststelling van de hoogte van het persoonsgebonden budget door het bestuur wordt in het
Besluit maatschappelijke ondersteuning Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Noardwest Fryslan uitgewerkt.
Add.
Sub d is toegevoegd. Ook onder de Wvg bestond de mogelijkheid om bepaalde
vervoersvoorzieningen in de vorm van een financiele tegemoetkoming te verstrekken. In het
Besluit maatschappelijke ondersteuning en het Uitvoeringsbeleid is uitgewerkt onder welke
voorwaarden men voor een bepaald soort voorziening in aanmerking komt. Bij overgang van
de Wvg naar de Wmo verordening is dit sub per abuis weggevallen. Naast de hierboven
genoemde vormen van verstrekkingen
Artikel 23 Het recht on een aluemenel vervoersvoorziening
Door deze formulering is bepaald dat louter de aantoonbare beperkingen van de persoon in
relatie tot de beperkingen van de bestaande vervoerssystemen bepalend zijn voor de vraag of,
en zo ja in hoeverre de aanvrager in aanmerking komt voor een voorziening terzake.
Algemeen criterium om in aanmerking te kunnen komen voor een vervoermiddel is het ten
gevolge van een beperking niet kunnen gebruiken van het openbaar vervoer. Die regel stamt
uit de aati de Wvg voorafgaande AAW, en wordt in de praktijk beoordeeld door te kijken naar
de loopafstand van een aanvrager (de bekende 800-metergrens).
Doordat de streekbus, bijvoorbeeld voor iemand met een functionele beperking niet
toegankelijk is, heeft men recht op een vervoersvoorziening. Bij psychische problemen is de
aantoonbare en langdurige beperking lastiger vast te stellen. Toch moet ook in deze gevallen
een adequate voorziening worden getroffen. Deze kan wellicht gevonden worden buiten de
wet, door middel van een therapie waardoor de blokkade (men durft niet in een drukke bus,
men is bang voor de trein) opgeheven kan worden. Is in zo'n situatie de problematiek op te
lossen, dan was de problematiek tijdelijk en viel deze derhalve terecht niet onder de wet, bij
gebrek aan een langdurige noodzaak. Anders wordt het als blijkt dat het probleem niet
therapeutisch opgelost kan worden. Dan is wel een langdurige noodzaak aanwezig en zou wel
een vervoersvoorziening verstrekt kunnen worden.
Dienst Sociale Werkgelegenheid Noardwest Fryslan 45
Verordening maatschappelijke ondersteuning
Vastgesteld door het bestuur op 27 September 2006 en laatstelijk gewijzigd in zijn vergadering op 2 april 2008.