Artikel 2, lid 4 De hoogte van het budget is gekoppeld aan de tegenwaarde van de goedkoopste adequate voorziening. Er wordt een lijst met richtbedragen per voorziening gehanteerd. Deze zijn opgenomen in het verstrekkingenboek. Eveneens staan in het verstrekkingenboek de aanvullende bedragen vermeld voor de instandhouding van de voorziening. Artikel 2, lid 5 In geval een budgethouder met een persoonsgebonden budget voor huishoudelijke hulp permanent in een AWBZ -instelling wordt opgenomen of overlijdt, moeten de wettelijke termijnen die gelden voor het beeindigen van een dienstverband in acht worden genomen. Het persoonsgebonden budget wordt dan niet onmiddellijk beeindigd maar loopt door tot aan die verplichtingen is voldaan. Ingeval van misbruik verspeelt de client de keuze voor een persoonsgebonden budget. Het verkeerd uitgegeven bedrag wordt dan teruggevorderd. Artikel 2, lid 6 Afhankelijk van de toegekende voorziening en daarmee samenhangend de hoogte van het budget en de duur van de voorziening, wordt het budget ineens of in termijnen uitgekeerd. Voor langdurige hulp bij het huishouden geldt dat het persoonsgebonden budget per vier weken wordt uitgekeerd. Voor de aanschaf van hulpmiddelen geldt dat deze budgetten ineens worden uitgekeerd. Artikel 2, lid 7 In lid zeven van artikel 2 zijn de bedragen gewijzigd die de klant van het Persoonsgebonden Budget mag besteden aan administratiekosten. In de AWBZ (bij het Zorgkantoor) wordt een deel van het beschikbare budget als vrij besteedbaar aangeduid en de besteding van dit bedrag worden verder niet gecontroleerd. Immers, zo redeneert het Zorgkantoor, ook het organiseren van hulp en het aanschaffen van voorzieningen kost geld. Het gaat om organisatiekosten zoals telefoonkosten en administratieve kosten, bijvoorbeeld voor gebruik van kantoorartikelen. Een klein deel van het budget beschikbaar stellen als vrij besteedbaar bedrag geeft budgethouders de ruimte om de rest van het budget efficient te besteden. Het bestuur is van mening dat het bedrag zoals deze vaststaat in het Besluit vastgesteld op 13 december 2006 en destijds beleidsluw is overgenomen van het Zorgkantoor, te hoog is en niet reeel. Immers wanneer een klant er voor kiest om de hulp of de voorziening zelf te organiseren door middel van een Persoonsgebonden Budget, heeft dit als voordeel dat de klant alles zelf kan organiseren en beslissen. Indien een PGB-houder hulp nodig heeft voor het bijhouden van de administratie, kan men gratis een beroep doen op het SVB. De Dienst heeft een contract het SVB en betaalt hiervoor per budgethouder jaarlijks een bedrag. De eventuele administratiekosten die de Dienst reeel acht, zoals telefoonkosten en administratieve kosten zoals postzegels, kunnen volgens de Dienst vergoed worden door een bedrag van maximaal 100,- perkalendeijaar. Dienst Sociale Werkgelegenheid Noardwest Fryslan 20 Besluit maatschappelijke ondersteuning Vastgesteld door het Bestuur op 27 September 2006 en laatstelijk gewijzigd in zijn vergadering op 2 apnl 2008.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2008 | | pagina 191