Hoofdstuk 3 Eigen bijdragen, eigen aandeel en besparingsbijdrage
Artikel 5 Omvang van de eieen biidrage en het eieen aandeel
In artikel 5, eerste lid wordt aangeven dat in principe voor Wmo-voorzieningen een eigen
bijdrage geldt. In lid 2 worden de uitzonderingen neergelegd.
Artikel 5, lid 2
Ad a.
Bij de verstrekking van rolstoelen wordt geen eigen bijdrage geheven. Dit is in
overeenstemming met de motie Verbeet c.s. die in juli 2006 met algemene stemmen door de
Tweede Kamer is aangenomen.
Ad b, c, d en e.
Op (forfaitaire) financiele tegemoetkomingen zoals genoemd in dit artikel onderdeel wordt
geen eigen aandeel gevergd omdat deze vergoedingen zijn die de naam zegt het al over
het algemeen niet de volledige kosten van de betreffende voorziening dekken.
Ad f en g
Deze onderdelen spreken voor zichzelf.
Artikel 5, lid 3
Hoofdstuk IV van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) handelt over eigen bijdragen
en het eigen aandeel bij financiele tegemoetkomingen. In artikel 4.1 van de AMvB wordt
onder a, b, c en d aangegeven welke bedragen de minister als maximum laat gelden voor
welke groepen.
Lid 2 van artikel 4.1AMvB geeft aan dat het bestuur kan bepalen dat de genoemde bedragen
in gelijke mate gewijzigd worden. Dit betekent dat het percentage van 15% wel lager mag
worden vastgesteld, maar niet hoger worden. Datzelfde geldt voor het bedrag van 16,80,
respectievelijk 24,20. Genoemde inkomensbedragen mogen zowel hoger als lager worden
vastgesteld. De verlaging onderscheidenlijk wijziging mag alleen voor alle in het eerste lid
bedoelde groepen van personen in gelijke mate geschieden. Met andere woorden per groep
geldt dat er gekozen mag worden voor een lager percentage en een lager bedrag dan 16,80,
respectievelijk 24,20. Ook voor genoemde inkomensbedragen kan in de Verordening
telkens een afwijkend bedrag vastgesteld worden.
Wat onder 'in gelijke mate' wordt begrepen, staat verwoord in de AMvB op pagina 21Ook
het percentage van 15 kan door het bestuur naar beneden gewijzigd worden. In dit artikel
worden de bedragen genoemd zoals die van toepassing zijn. De bedragen genoemd zoals de
AMvB deze vermeldt.
Artikel 6 Negenendertig perioden van vier weken
Artikel 4.1derde lid van de AMvB bepaalt dat bij roerende zaken die in eigendom worden
verschaft of bij bouwkundige of woontechnische aanpassingen de eigen bijdrage of het eigen
aandeel over maximaal 39 perioden van vier weken (drie jaar) gevraagd mag worden. Dit
artikel geeft de invulling daarvan.
Dienst Sociale Werkgelegenheid Noardwest Frysian 23
Besluit maatschappelijke ondersteuning
Vastgesteld door het Bestuur op 27 September 2006 en laatstelijk gewijzigd in zijn vergadering op 2 april 2008.