Toekomstige hoofdlijn geluidbeleid
1Behoud van de huidige geluidskwaliteit: de huidige geluidskwaliteit is goed en willen we behouden blijven.
2. Afstemming geluidsnormering op karakter gebied: de geluidsnormen horen te passen bij de functies in het
gebied. Op bedrijventerreinen accepteren we daarom meergeluid dan in bijvoorbeeld een woonwijk.
3. Niet meer geluid dan nodig: We staan niet meer geluid toe dan noodzakelijk. Van ieder bedrijf verlangen we dat
de geluidsreducerende voorzieningen worden getroffen die in de betreffende branch gebruikelijk zijn.
4. Op bedrijventerreinen uitgaan van de cumulatieve geluidsbelasting: We gaan op bedrijventerreinen uit van de
gezamenlijke belasting van aile bedrijven, en beoordelen niet de geluidsbelasting van 66n bedrijf afzonderlijk.
5. Minder bescherming voor woningen op bedrijventerreinen: Woningen op de bedrijventerreinen krijgen een lager
beschermingsniveau als woningen in een woonwijk, om te voorkomen dat ondememers te veel worden
belemmerd in de bedrijfsvoering.
6. Bron-overdracht-ontvanger: Bij het nemen van maatregelen komen eerst maatregelen aan de bron in
aanmerking, is dit niet toereikend dan komen maatregelen in de overdracht in aanmerking (geluidschermen
e.d.). Tenslotte worden maatregelen bij de ontvanger overwogen (isolatie e.d.).
7. Onderscheid bestaande en nieuwe situaties: We maken onderscheid tussen bestaande en nieuwe situaties.
Nieuwe situaties worden getoetst aan de hand van de geluidnormen uit de geluidnota en moeten hier na
realisatie aan voldoen. Bestaande situaties worden alleen ten tijde van wegreconstructies of bij vestiging van
nieuwe bedrijven in een bestaand pand getoetst en van maatregelen voorzien. Er is in dergelijke gevallen
immers sprake van een nieuwe situatie.
8. Geluid zo vroeg mogelijk in het werkproces: Bij processen om te komen tot stedelijke ontwikkelingen of
infrastructurele maatregelen worden de geluidseisen vanaf het begin meegenomen.
9. Bescherming bieden aan wettelijk aangewezen geluidgevoelige objecten: De gemeente biedt alleen
bescherming aan wettelijk aangewezen geluidgevoelige objecten en voegt geen extra typen objecten toe.
10. Vaststellen hogere waarde door B&W: Hogere voorkeursgrenswaarden worden door B&W vastgesteld, mits
blijkt dat geluidreducerende maatregelen niet voldoende doeltreffend zijn.
m
Vragen aan de raad
Bent u het eens met de hoofdlijn zoals
deze in de 10 punten is verwoord.
NN-ON20080230
7 april 2008