s
Gebiedsnummer: 9
i
3
3
Gebiedsnaam: Landelijk gebied
1
1
43
i
Plaatsing
Hoofdgebouwen staan in een historisch gegroeid patroon
1
Bijzondere functies nemen een opvallende plaats in
4
Aan- en uitbouwen, alsmede bijgebouwen zijn ondergeschikt
Agrarische bedrijfsgebouwen liggen achter of naast het hoofdgebouw en vormen een cluster op het achtererf
4
Agrarische bedrijfsgebouwen kennen overwegend dezelfde nokrichtinq als het hoofdgebouw
4
Hoofdvorm
In principe een bouwlaag met een duidelijke kap; Bijzondere functies kunnen hiervan afwijken
4
De massa-opbouw is enkelvoudig tot samengesteld en kent individuele uitstralinq
4
De gebouwen zijn kantig opgezet en refereren aan of reageren op de traditionele architectuur
4
j
Aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt of kennen een bijzondere vormgeving
4
j
Aanzichten
Hoofdgebouwen kennen een duidelijke gerichtheid op de openbare ruimte
4
Traditionele hoofdopzet is uitgangspunt bij verbouw
4
Duidelijk evenwicht tussen verticaal gerichte gevelopeningen en horizontale accenten (zoals plint en daklijsten e.d.)
4
Nieuwe invullingen kunnen modern maar zijn ingetogen
4
1
Opmaak
i
Gevels van hoofdgebouwen hebben een stenig karakter; Daken zijn voorzien van (gebakken) pannen of riet; Verbouw is
zorgvuldig afgestemd op het bestaande
4
i
Aandacht voor onderlinge verschillen in traditionele details; De detaillering vs
zorgvuldig vormgegeven
n gevelopeningen enof daklijsten zijn
4
Agrarische bedrijfsgebouwen kunnen hiervan afwijken
4
Traditionele kleurstellingen overheersen (afgestemd op bestaande)
4
Agrarische bedrijfsgebouwen zijn in gedekte kleuren; Dakbedekking van agrarische bedrijfsgebouwen mag geen reflectie
van licht veroorzaken
4
j
Aan- uitbouwen, alsmede bijgebouwen (nietzijnde bedrijfsgebouwen) zijn ondergeschikt
4
Overige
Voor boerderijen wordt verwezen naar de objectgerichte criteria en voor reclame-uitingen naar de sneltoetscriteria. Voor het
gebied langs de Bredyk wordt verwezen naar het Beeldkwaliteitsplan Bredyk.