1. De Wet Maatschappeliike Ondersteuning.
In dit hoofdstuk wordt op het ontstaan van de WMO en de gemeentelijke verantwoor-
delijkheid en taakstelling in deze ingegaan.
1.1 Aanleiding WMO
Een aantal ontwikkelingen was voor de Rijksoverheid aanleiding voor het maken van de
WMO.
Samengevat gaat het dan om de volgende ontwikkelingen:
De vergrijzing- ontgroening en vermaatschappelijking van de zorg.
De vergrijzing en vermaatschappelijking van de zorg zijn de belangrijkste
aanleidingen voor de WMO. Deze ontwikkelingen leiden tot een hogere zorg- en
ondersteuningsvraag. Ontgroening houdt in dat er minder mensen zijn om de zorg en
ondersteuning te leveren en te betalen.
De AWBZ terugbrengen naar ziin oorspronkeliike doel.
Oorspronkelijk werd de AWBZ in het leven geroepen voor onverzekerbare zorg zoals
instituutszorg. De bekostiging vond en vindt plaats op basis van het 'solidariteits-
systeem'; een ieder betaalt mee via het salaris. De afgelopen jaren zijn er echter
voorzieningen onder de AWBZ geschoven die niet gezien kunnen worden als
onverzekerbare zorg, zoals de hulp bij het huishouden.
De positie van de gemeente op het sniivlak van wonen. zorg en welzijn.
De vermaatschappelijking van de zorg beoogt dat iedereen kan meedoen; van jong tot
oud. Dat betekent meer dan wonen in een gewoon huis in een gewone wijk; zorg en
welzijn moeten zo zijn ingericht dat het zo gewoon mogelijk deelnemen aan de
samenleving mogelijk is. Dit vraagt om maatwerk per (kwetsbare) doelgroep: ouderen
vragen om andere ondersteuning dan mensen met een verstandelijke beperking. Dit
vraagt nieuwe vormen van samenwerking. De WMO moet de regie hierin van de
gemeente versterken en vergroten.
De verzoraingsstaat te duur en in onbalans.
Uit studies voorafgaande aan de invoering van de WMO is gebleken dat een deel van
de maatschappij (kwetsbare groepen) de toegang tot een aantal basisvoorzieningen
miste. Ook bleek er sprake te zijn van een aantal structurele tekortkomingen van de
verzorgingsstaat. Geen 'nee' zeggen tegen mensen die publieke middelen feitelijk niet
nodig hebben. Er gelden diverse procedures en criteria die het niet eenvoudig maken
om 'nee' te zeggen. Er is in het verleden onvoldoende gebruik van de eigen
mogelijkheden en initiatieven van burgers gemaakt.
Bezuiniging en ombuiging.
De AWBZ werd onbetaalbaar. Herziening was nodig om de verzorgingsstaat
betaalbaar te houden.
De eigen verantwoordeliikheid van de burgers.
De vraag naar zorg en ondersteuning neemt niet alleen toe als gevolg van vergrijzing,
maar ook door de hogere verwachtingen die zijn ontstaan naar de overheid. Dit is te
wijten aan een sterk accent op het claimen van (verzekerde) rechten van langdurige
zorg en ondersteuning en politieke keuzes: de focus teveel gericht op de keuzevrijheid
en te weinig op het stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid van mensen binnen
de eigen maatschappelijke verbanden.