1.2 Doelstelling WMO
Het maatschappelijke doel van de WMO is "meedoen", ook wel maatschappelijke participatie
genoemd. Maatschappelijke participatie kent drie varianten:
a. het participeren in allerlei activiteiten, zoals het hebben van betaald werk, lid zijn van een
vereniging of het bezoeken van evenementen;
b. het meehelpen als vrijwilliger of mantelzorger; en
c. het mede vormgeven aan beleid via inspraak en actief burgerschap.
Voor maatschappelijke participatie geldt dat de burger zelf verantwoordelijk en voldoende
zelfredzaam is om aan de samenleving deel te nemen. Is dit niet zo en kunnen familie,
vrienden en de directe omgeving geen of onvoldoende ondersteumng bieden dat moet de
gemeente voorzieningen verstrekken.
1.3 Gemeenteliike verantwoordeliikheid WMO
De gemeentelijke verantwoordelijkheid in het kader van de WMO is in een negental zgn.
'prestatievelden' omschreven. Op deze negen prestatievelden dient de gemeente beleid te
ontwikkelen.
Deze negen prestatievelden zijn:
1Het bevorderen van sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten.
2. Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van
ouders met problemen met opvoeden.
3. Het geven van advies, informatie en clientondersteuning.
4. Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers.
5. Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig
functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van
mensen met een psychosociaal probleem.
6. Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of en chronisch psychisch
probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van
hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijke verkeer.
7. Het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang.
8. Het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden
van psychosociale hulp bij rampen.
9. Het ontwikkelen van verslavingsbeleid en zorg.
1.4 Onderlinge verbondenheid van prestatievelden
De verschillende prestatievelden kunnen niet los van elkaar worden gezien. Zij staan
onderling in meer of mindere mate met elkaar in verbinding (integraliteit). Dit vraagt om een
integrate benadering bij de beleidsontwikkeling en uitvoering van de WMO.
Naast de WMO is er dan ook nog andere wetgeving (b.v. op het terrein van wonen en zorg)
waarmee rekening moet worden gehouden. De integrale benadering vanuit de WMO strekt
zich breed uit.
1.5 Taakstelling gemeente
De WMO-opdracht aan de gemeente is tweeledig:
1Het voeren van een algemeen beleid gericht op de bevordering van zelfredzaamheid
van burgers, hun maatschappelijke participatie en de leefbaarheid van de
woonomgeving.