veranderde wet- en regelgeving kunnen eveneens onder renovartie worden geschaard, maar vallen feitelijk ook onder de kosten voor verbouw en uitbreiding (zie bij 5.7) In het geval van renovaties volgt er overleg tussen de gemeente en het betreffende dorpshuis. Voor zowel 5.7 als 5.8 geldt dat voor de subsidieaanvraag de meerwaarde voor de aanpassing, verbouw of uitbreiding door middel van een gemotiveerde onderbouwing dient te worden aangetoond. Op grond daarvan kan de gemeente dan een subsidie vestrekken, welke kan varieren van 0 -100%. Deze werkzaamheden vallen buiten de werkafspraken tussen de gemeente en het BOCH en de toegekende subsidies vormen geen onderdeel van het onderhoudsbudget. In die gevallen waar de gemeentelijke subsidie niet toereikend is om de kosten van uitbreiding, aanpassing of renovatie te dekken kan een beroep worden gedaan op een aanvullende subsidie van de provincie en/ of particuliere fondsen. De subsidievoorwaarden van de provinciale dorpshuizenregeling bij nieuw- of verbouw van dorpshuizen of multifunctionele centra luiden als volgt: Er dient sprake te zijn van nieuwbouw of verbouw overeenkomstig de in 5.7. en 5.8 genoemde uitgangscriteria Eens per 10 jaar mag een aanvraag worden ingediend. Er moet sprake zijn van co-financiering in de zin dat de gemeente een substantieel deel van de investeringssom voor haar rekening neemt. De provinciale bijdrage bedraagt ten hoogste 25% van de investeringssom en zal nooit meer bedragen dan de gemeentelijke bijdrage. Ook dient de aanvrager door middel van zelfwerkzaamheid of acties een bijdrage te leveren aan de dekking van de investeringssom. Voor subsidieaanvragen bij de particuliere fondsen als het Oranje Fonds, VSB Fonds, enz. gelden overwegend dezelfde criteria. 5.9 Calamiteiten In het geval van onvoorziene materiele kosten (calamiteiten) tijdens de vijfjaarlijkse budgetperiode volgt er overleg tussen de gemeente en het betreffende dorpshuis. 5.10 Uitzonderingen In het geval van onontkoombare kosten als gevolg van nieuwe of gewijzigde wettelijke eisen c.q. regelgeving volgt er overleg tussen de gemeente en het BOCH. Als voorbeelden hierbij kunnen de kosten als gevolg van gewijzigde wettelijke eisen en/of regelgeving in het kader van de gebruikersvergunning en eerder de bestrijding van de legionellabacterie worden genoemd. 5.11 Overleg Doel van het bij 5.7, 5.8, 5.9 en 5.10 genoemde overleg is om tot concrete afspraken over een oplossing voor de hier genoemde zaken te komen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2008 | | pagina 161