1. De gemeentelijke taken in relatie tot rijks- en provinciaal beleid
Uitgangspunt van het ISV is dat proces, planning en uitvoering van stedelijke vemieuwing de
verantwoordelijkheid is van de gemeentebesturen, dit in samenwerking met private partijen.
Hierbij zullen overheidsmiddelen gericht en strategisch worden ingezet zonodig dat het voor
private partijen aantrekkelijk wordt hieraan deel te nemen.
De in het ISV1 omschreven 12 prestatievelden zijn teruggebracht naar de volgende vier
prestatievelden:
1Wonen;
2. Omgevingskwaliteit;
3. Zorgvuldig ruimtegebruik;
4. Fysieke voorwaarden voor aantrekkelijke sociale en veilige omgeving.
Elk prestatieveld bestaat uit verschillende beleidsthema's waaronder een aantal concrete
outputdoelstellingen. Op de negen beleidsthema's heeft het Rijk outputdoelstellingen en -
indicatoren geformuleerd. De overige vier beleidthema's spelen enkel een rol bij de
sterkte/zwakte-analyse.
Naast toedeling van ISV middelen door het rijk aan z.g. rechtstreekse gemeenten vindt
toedeling aan de overige gemeenten plaats via de provincies. De provincie zorgt voor de
bovengemeentelijke afstemming en zorgt er tevens voor dat de gemeentelijke programma's
overeenkomen met het eigen provinciale beleid.
Dit op basis van het beleidskader ISV2 en de Provinciale Verordening Investeringsbudget
Stedelijke Vemieuwing tweede fase.
Leeuwarderadeel behoort bij de categorie projectgemeenten. Randvoorwaarde daarbij is dat
de gemeente, wil zij in aanmerking voor bijdragen op grond van deze verordening, voor 1
maart projecten voor subsidising kan voordragen bij de provincie. Afwijkend van de
procedure uit de eerste ISV fase gaat het bij de aanvraag in deze tweede fase om een globale
aanvraag, zodat de gemeente daama nog de gelegenheid heeft het project uitvoeringsgereed te
maken. Daarvoor heeft de gemeente dan nog tot een halfjaar na ontvangst van de provinciale
beschikking de tijd.
De provincie zal de projecten beoordelen op basis van het totaal van de ingediende projecten
binnen de financiele mogelijkheden. Toetsing daarvan vindt plaats aan de hand van de
genoemde prestatievelden en de relevante provinciale beleidnota's.
De provincie richt zich voor de ISV2 meer op de uitvoering van de meer belangrijke, meer
integrale projecten die zonder subsidie voor de gemeenten moeilijker zijn te realiseren.
Daarom zullen ISV projecten een totale investering moeten hebben van minimaal 2 miljoen
en een gemeentelijke bijdrage van minimaal de provinciale ISV bijdrage. Het project heeft
een multiplier van 10 in de totale investering ten opzichte van de provinciale bijdrage.
Daamaast moet een project minimaal drie van de volgende vijf aspecten bevatten:
herstructurering van de woningvoorraad, extra voorzieningen, verplaatsing van
milieuhinderlijke bedrijven, bodemsanering en (her)inrichting van openbaar gebied.
Naast het rijksbudget voor de ISV2 is er ook het provinciaal budget ISV2. Om voor het
provinciale budget in aanmerking te komen gelden de regels zoals voor het rijksbudget. Ook
moet er sprake zijn van achterstand in de leefomgeving. Het project besteedt veel aandacht
aan ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid waarmee de leefbaarheid op een duidelijk hoger
niveau wordt gebracht.